1. Lees de tekst.
2. Schrijf per alinea 3 steekwoorden op.
3. Klaar en moet je nog even wachten? Zoek eens verwijswoorden op en geef ze een kleurtje.
(een verwijswoord wijst terug naar een ander woord, of wijst vooruit naar een woord. Bijv:
ze, in bovenstaande zin. Dat woordje "ze" verwijst naar "verwijswoorden" in het stuk ervoor. )