5.1 Deel 2: Handel en nijverheid in de Republiek

Planning
bespreken so planning
Uitleg  nieuwe paragraaf
Zelfstandig werken 
Quizje 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning
bespreken so planning
Uitleg  nieuwe paragraaf
Zelfstandig werken 
Quizje 

Slide 1 - Slide

6.2 Handel over de hele wereld

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt economische van Amsterdam beschrijven
  • Je kunt de gevolgen van de val van Amsterdam beschrijven
  • Je kunt waarom de economie in de 17e eeuw een wereldeconomie is geworden

Slide 3 - Slide

Amsterdam
  • Oostzeehandel: graan+hout naar A'dam, zout naar Oostzee
  • Stapelmarkt: goederen werden daar opgeslagen en vanuit de pakhuizen werden de goederen weer verhandeld
  • Wat waren die goederen: specerijen, thee, koffie, suiker, hout, graan, wol, bont, stoffen  etc.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Fluitschip

Slide 6 - Slide

Gevolg van de oorlog met Spanje voor de Nederlandse handel

Slide 7 - Slide

1585 Val van Antwerpen
  • Was de belangrijkste havenstad in dit deel van Europa
  • handelsroutes uit Oostzeegebied, Middellandse zee en Azië kwamen bij elkaar in Antwerpen, soort knooppunt
  • Na de val vluchtten kooplieden en ambachtslieden naar.....

Slide 8 - Slide

Amsterdam
  • Wordt het nieuwe knooppunt
  • door nieuwkomers werd de stad drie maal zo groot, snelle economische groei
  • Veel nieuwe handel en ambachten zorgen voor werk
  • ook luxeproducten en halffabrikaten omdat er bedrijven kwamen die de grondstoffen verwerkten


Slide 9 - Slide

De Amsterdamse stapelmarkt
  • 17e eeuw: A'dam is stapelmarkt
  • Stapelmarkt = producten opslaan (stapel) en doorverkopen wanneer prijs gunstig is. 
  • Voor 1585 vooral grondstoffen verkocht op stapelmarkt
  • Na 1585 ook luxeproducten (bont, dure stoffen, specerijen) 
  • Steeds meer nijverheid, verwerken van grondstoffen tot producten

Slide 10 - Slide

De Amsterdamse stapelmarkt
  • Ambachtslieden uit Antwerpen naar Holland --> van wol stoffen maken (laken)
  • Mensen rijk genoeg om het te kopen --> bijvoorbeeld kooplieden. 
  • Kooplieden investeerde winst in nieuwe schepen en handelswaar --> zo meer geld verdienen. 

Slide 11 - Slide

De Amsterdamse stapelmarkt
  • De manier van geld verdienen waarbij kooplieden proberen met handel zoveel mogelijk winst te maken  noem je handelskapitalisme 

  • Rijke mensen ook opzoek naar nieuwe manieren van geld verdienen --> droogleggen meren met windmolens --> verhuren land

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Komst vluchtelingen
  • Vervolgd in eigen land vanwege geloof bv Zuidelijke Nederlanden
  • In Republiek: verdraagzaamheid --> accepteren dat niet iedereen hetzelfde denkt of gelooft.

Slide 15 - Slide

Nieuwkomers in de 17e eeuw
  • 17e eeuw --> steden in Holland en Zeeland groeide hard
  • 2 oorzaken:
  • Veel werk te vinden + hoge lonen
  • Komst vluchtelingen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Zelfstandig aan het werk 
  • Maak een samenvatting van 6.2  
  • Waarom samenvatting? Handig voor het pw strakt

Slide 18 - Slide

Waardoor werd Amsterdam rond 1600 de belangrijkste handelsstad in de Nederlanden?
A
Oostzeehandel
B
Val van Antwerpen

Slide 19 - Quiz

Door wie werd Antwerpen veroverd?
A
De Spanjaarden
B
De Republiek
C
Willem van Oranje

Slide 20 - Quiz

Welke spullen haalde de Nederlanden uit het Oostzeegebied?
A
Hout & graan
B
Zout & haring

Slide 21 - Quiz

Een plaats waar ingekochte handelswaar wordt opgeslagen om vandaaruit weer verder te worden verhandeld.
A
Handelskapitalisme
B
Stapelmarkt
C
Hanze

Slide 22 - Quiz

Wat werd er verkocht op de Amsterdamse stapelmarkt?
A
Grondstoffen
B
Luxeproducten
C
A en B zijn goed

Slide 23 - Quiz

De handel zorgde ervoor dat de nijverheid steeg
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Een manier van geld verdienen waarbij kooplieden proberen met handel zoveel mogelijk winst te maken.
A
Handelskapitalisme
B
Hanze
C
Stapelmarkt
D
Migratie

Slide 25 - Quiz

De bevolking in de steden van de Republiek steeg doordat...
A
Er veel werk was + lonen hoog
B
Er vluchtelingen naartoe kwamen
C
Hongersnood op het platteland
D
A & B zijn juist

Slide 26 - Quiz