Les 4 Periode 2 - MO's + schrijfopdracht

El programa
(MO > Mylene, Puk, Lisa)
• Nakijken huiswerk
• Uitleg: wederkerende ww + onreg ww
• Werken aan schrijfvaardigheidsopracht + Maken: WB: oef 3 tm 6
• S.O. stof bespreken
• Bespreken: wat doen we laatste les?



1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

El programa
(MO > Mylene, Puk, Lisa)
• Nakijken huiswerk
• Uitleg: wederkerende ww + onreg ww
• Werken aan schrijfvaardigheidsopracht + Maken: WB: oef 3 tm 6
• S.O. stof bespreken
• Bespreken: wat doen we laatste les?



Slide 1 - Slide

Al final de la clase:
- Ken je een aantal wederkerende werkwoorden
- Ken je een aantal werkwoorden met klinkerwisseling
- Ken je een aantal onregelmatige werkwoorden
+ Weet je hoe je bovenstaande werkwoorden moet vervoegen & gebruiken in zinnen.

Slide 2 - Slide

Nakijken huiswerk
5 min
Oef 1 +2 rode boekje

Slide 3 - Slide

Wederkerende werkwoorden

Slide 4 - Slide

Verbos reflexivos - wederkerende ww
LAVARSE
me lavo
te lavas
se lava
nos lavamos
os laváis
se lavan

Slide 5 - Slide

Werkwoorden met klinkerwisseling
Hoe vervoeg je deze werkwoorden?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Oefening -5 min
servir (i)—opdienen Nosotros ......... verduras.
pedir (i)—vragen om Vosotros ............ monedas al rico.
repetir (i)-- herhalen Tú ............ la palabra.
atender (ie) bijwonen: Ellos ............... las quejas del padre
calentar (ie) opwarmen: Emilio ............... la comida
defender (ie) verdedigen: Vosotros .............. su posición

Slide 10 - Slide

Waar zit de klinkerverandering NIET bij een ww met een klinkerverandering?
A
nosotros en ellos
B
vosotros en ellos
C
nosotros en vosotros
D
ella en usted

Slide 11 - Quiz

Vul de juiste vervoeging in: Tú ............................. (dormir, ue)
A
dormes
B
duermas
C
duermes

Slide 12 - Quiz

Vul de juiste vervoeging in: Ellos ............................ (pedir, i) cerveza en el restaurante.
A
piden
B
peden
C
pedís
D
pidan

Slide 13 - Quiz

Vul de juiste vervoeging in: Nosotros .......................... (querer, ie) jugar al fútbol.
A
queréis
B
queremos
C
quieremos
D
quieréis

Slide 14 - Quiz

WERKWOORDEN MET EEN ONREGELMATIGE 1E PERSOON
• HACER: hago, haces, hace, hacemos, hacéis, hacen (doen / maken)
• PONER: pongo, pones, pone, ponemos, ponéis, ponen (zetten / leggen)
• SALIR: salgo, sales, sale, salimos, salís, salen (uitgaan, weggaan)
• VER: veo, ves, ve, vemos, veis, ven (zien, kijken)
• DAR: doy, das, da, damos, dais, dan (geven)
• SABER: sé, sabes, sabe, sabemos, sabéis, saben (weten)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

MAKEN:
20 min
• Werken aan schrijfvaardigheidsopdracht: 5 zinnen 'camino' + 5 zinnen 'tienda de ropa' (HW)
• Klaar? Maken: WB: oef 3 tm 6 (HW)

Slide 17 - Slide

S.O. stof
Onregelmatige werkwoorden
Voca general (sp-nl/nl-sp)

Datum: 10-12

Slide 18 - Slide