Spelling les 1

Vrijdag
30 augustus
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vrijdag
30 augustus

Slide 1 - Slide

30-08-2023
  • Beterspellen.nl
  • Persoonsvorm TT + VT
  • Voltooid deelwoord
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Beterspellen.nl
timer
5:00
Wat weet je nog?

Slide 3 - Slide

Tegenwoordige tijd enkelvoud
Als de persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd staat, zijn er 3 mogelijkheden:

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. Hele werkwoord (bij meervoud)

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd
verhuizen
antwoorden
eten
Ik
verhuis
antwoord
eet
jij/je/u
verhuist
antwoordt
eet
hij/zij/het
verhuist
antwoordt
eet
wij/jullie/zij
verhuizen
antwoorden
eet
... jij?
Verhuis jij?
Antwoord jij?
Eet jij?

Slide 5 - Slide

Let op!
Twijfel je of je een woord met een d of dt moet schrijven? Vervang het werkwoord door een werkwoord zoals: lopen of geven.

Slide 6 - Slide

Even oefenen
1. (houden) ... je broer van detectives? 
2. Ik (vinden) ... het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering (versturen) ...
3. Mijn wang (bloeden) ... altijd als ik mij (snijden) ... tijdens het scheren.
4. Je (geloven) ... toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek (bestellen) ...?

Slide 7 - Slide

Antwoorden
1. Houdt je broer van detectives?  (loopt je broer?) 
2. Ik vind het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering verstuurt. 
3. Mijn wang bloedt altijd als ik mij snijd tijdens het scheren.
4. Je gelooft toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek bestelt?

Slide 8 - Slide

Persoonsvorm Verleden Tijd
verhuizen
antwoorden
eten
Ik
verhuisde
antwoordde
at
jij/je/u
verhuisde
antwoordde
at
hij/zij/het
verhuisde
antwoordde
at
wij/jullie/zij
verhuisden
antwoordden
aten
... jij?
Verhuisde jij?
Antwoordde jij?
At jij?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Persoonsvorm Verleden Tijd
Klankvaste werkwoorden
Hoor je het niet? --> 
Voorbeeld: ontploffen
  • Stap 1: stam ww
  • Stap 2: laatste letter
  • Stap 3: wel of niet in 't kofschip?

+ X

Slide 11 - Slide

Even oefenen
1. De politie (verrichten) ... wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans (maken) ... (duimen) ... Janita voor mij.
3. We (durven) ... niet te kijken toen de geheime politie op de deur (bonken) ...
4. Terwijl ik (tobben) ... over mijn cijfers, (krassen) ... Sandra haar naam in het tafelblad. 

Slide 12 - Slide

Antwoorden
1. De politie verrichtte wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans maakte, duimde Janita voor mij.
3. We durfden niet te kijken toen de geheime politie op de deur bonkte.
4. Terwijl ik tobde over mijn cijfers, kraste Sandra haar naam in het tafelblad. 

Slide 13 - Slide

Voltooid deelwoord



Klankvaste werkwoorden eindigen meestal op een -d of een -t.
Hoe kom je daar achter?
1. Soms hoor je het.
2. Regel van 't Kofschip.

Slide 14 - Slide

1. Soms hoor je het.

Slide 15 - Slide

2. Regel van 't Kofschip.

Slide 16 - Slide

Even oefenen
1. De jongens zijn gisteren (verhuizen).
2. We hebben vanmorgen een potje (voetballen).
3. Heb je dat hele stuk (fietsen)?
4. Ik heb zijn verhaal nooit (geloven).
5. Heb je lekker (chillen)?  

Slide 17 - Slide

Antwoorden
1. verhuisd
2. gevoetbald
3. gefietst
4. geloofd
5. gechild 

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Wat? 

Spelling blok 1: 1.9 (7 niet) 
Spelling blok 2.7: Weet je het nog? opdracht 1 niet
Wanneer?
Dinsdag 3 september
Leren?
Theorie Spelling blok 1 + 2
Hoe?
Fluistertoon met buurman/buurvrouw
Klaar?
Oefenen met spelling op cambiumned.nl

Slide 19 - Slide