les 9 Oefenen met voor- en nadelenstructuur 3h1

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welkom 
Nederlands


Tekststructuren (vervolg)

Slide 4 - Slide

Lesprogramma
  1. Terugblik structuren
  2. Tekstlezen
  3. Vragen beantwoorden
  4. (Schrijfopdracht?)

Slide 5 - Slide

Vaste tekststructuren
Welke tekststructuren hebben we geleerd?

Slide 6 - Slide

Vaste tekststructuren
- probleem-oplossingstructuur
- vraag-antwoordstructuur
- verleden-heden(-toekomst)structuur
- verklaringsstructuur
- aspectenstructuur
- argumentatie-structuur
- voor- en nadelen-structuur

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Leesopdracht
Tekst 5, blz. 50, 51



Slide 9 - Slide

Leesopdracht
Tekst 5, blz. 50, 51
  • Maak opdr. 6 bij de tekst.
  • Vraag 1, 2 en 3 bespreken we zo meteen.


Slide 10 - Slide

Leesopdracht
  1. de Deltawerken
  2. eigen antwoord
  3. voor- en nadelenstructuur: Dat zie je aan formuleringen als:
    - ‘Het Deltaplan had een aantal voordelen […].’ (al. 4)
    - ‘Een ander voordeel van het Deltaplan […].’ (al. 5)
    - ‘Nog een pluspunt […].’ (al. 6)
    - ‘Ook de recreatieactiviteiten hebben negatieve gevolgen […].’ (al. 10)
    - ‘Kortom, de Deltawerken hebben veel goede dingen gebracht, maar er zijn ook problemen door ontstaan.’ (al. 11)
    Maak de rest van de opdracht af. Klaar? Verder met je schrijfopdracht 'Flashback'


Slide 11 - Slide

Schrijfopdracht flashback, voorbeelden van flashbacks lezen
1. Pizza maffia slaat door, Khalid Boudou
2. Onder de ketchupwolken, Annabel Pitcher
3. De schaduwen van Radovar, Marloes Morshuis

Slide 12 - Slide

Schrijfopdracht flashback, voorbeelden van flashbacks lezen

Slide 13 - Slide

Schrijfopdracht flashback, voorbeelden van flashbacks lezen

Slide 14 - Slide

Schrijfopdracht flashback, voorbeelden van flashbacks lezen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Vertelvolgorde

Verhalen kunnen in chronologische volgorde worden verteld, maar schrijvers kunnen ook kiezen voor een afwisseling in tijd. Hierbij gebruiken ze flashbacks: je gaat als lezer letterlijk terug in de tijd (tijdlijn wordt onderbroken).


Dit noem je een niet-chronologische volgorde waarbij de tijdlijn wordt onderbroken.


Slide 17 - Slide

Opdracht doorlezen
- Sfeerbeelden bekijken > kies één van de drie als startpunt van jouw verhaal.
                                                   > heden: beschrijf dat je 'in jet sfeerbeeld' bent
                                                   > flashback: hoe ben je daar terecht gekomen?
                                                   > heden: hoe loopt het af?

Slide 18 - Slide

Opdracht doorlezen
- Sfeerbeelden bekijken > kies één van de drie als startpunt van jouw verhaal.
                                                   > heden: beschrijf dat je 'in jet sfeerbeeld' bent
                                                   > flashback: hoe ben je daar terecht gekomen?
                                                   > heden: hoe loopt het af?
- Maak alvast een start met de schrijfopdracht.
- (leestoets: vrij. 4 november)
- Eerste versie verhaal af, peerfeedback geven: di 8 nov.
- inleveren eindversie: don. 10 nov.

Slide 19 - Slide