What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3 K les 2 du3
3 K les 2
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Duits
Secondary Education
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3 K les 2
Slide 1 - Slide
Herzlich wilkommen!
Was machen wir heute?
Wortschatz
Hören
Wiederholen: modale Verben
Lernziel:
Du kannst die Wörter aus der Lernliste benutzen
Du kannst die modelane Verben im Präsens benutzen.
Slide 2 - Slide
Wortschatz
Was?
Seite 99 Aufgabe 7-8
Wie?
allein oder zu zweit
Wie lange?
12 Minuten
Hilfe?
Schau ins Buch Seite 128
Fertig?
google classroom
timer
12:00
Slide 3 - Slide
Hören
Neue Kontakte Buch
Seite 100 Aufgabe 9 / 10
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat zijn Modalverben?
Dit zijn hulpwerkwoorden die in een zin een extra lading aan een ander werkwoord geven.
Ik kan goed schaatsen, ik moet werken, mag ik iets vragen?
In het Duits zijn dit de werkwoorden dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen.
Slide 6 - Slide
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
dürfen
mogen, toestemming hebben
weten
kunnen
aardig vinden
lusten
leuk vinden
willen
moeten
( wil ander)
moeten
( noodzaak)
moeten
( mening vragen)
Slide 7 - Drag question
mogen, toestemming
kunnen
houden van
moeten
moeten,zullen
willen
Slide 8 - Slide
Opdracht 1
Was weißt du noch?
Slide 9 - Slide
De tweede letter verandert in het enkelvoud naar welke letter?
dürfen, können, mögen
Dure konijnen mogen aaien
A
i
B
u
C
e
D
a
Slide 10 - Quiz
De tweede letter van het werkwoord müssen verandert in het enkelvoud ook.
Naar welke?
Mus uitlaten
A
a
B
u
C
i
D
e
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Opdracht 2
Zoek de goede vorm
Slide 13 - Slide
Warum ...... (können) du morgen nicht kommen?
A
könnst
B
kanst
C
kannst
D
kan
Slide 14 - Quiz
Wie lange ....... (dürfen) ihr bleiben?
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürftet
Slide 15 - Quiz
Weißt du, ob er Pizza ....... (mögen).
A
mag
B
magt
C
mög
D
mögt
Slide 16 - Quiz
Frau Bechinka, das ...... (können) Sie doch nicht machen.
A
kannen
B
können
C
konnen
D
könnt
Slide 17 - Quiz
Zoek de juiste vormen van het werkwoord
mögen
bij elklaar!
ich du er sie es wir ihr sie Sie
ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
magst
mag
mögen
mögen
mögt
mag
Slide 18 - Drag question
Was ________ ich tun?
(Meinung fragen)
A
muss
B
kann
C
soll
D
will
Slide 19 - Quiz
Kleine Kinder _______ gerne Schokolademilch.
mögen
Slide 20 - Open question
Er ________ keine Freunde sehen.
dürfen
Slide 21 - Open question
Was ______ ihr morgen machen?
wollen
Slide 22 - Open question
Ich ____ weg, denn der Zug fährt bald!
A
muss
B
soll
C
müsse
D
solle
Slide 23 - Quiz
Hoe goed begrijp je de grammatica van de modale werkwoorden?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 24 - Poll
Montagsmaler
Slide 25 - Slide
Wat zijn Modalverben?
Dit zijn hulpwerkwoorden die in een zin een extra lading aan een ander werkwoord geven.
Ik kan goed schaatsen, ik moet werken, mag ik iets vragen?
In het Duits zijn dit de werkwoorden dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen.
Slide 26 - Slide
mogen, toestemming
kunnen
houden van
moeten
moeten,zullen
willen
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
More lessons like this
K 3 Les 1
November 2024
- Lesson with
32 slides
Duits
Secondary Education
K 3 Les 1 du 3
November 2024
- Lesson with
30 slides
Duits
Secondary Education
Woche 5 HV9
September 2023
- Lesson with
24 slides
Duits
Secondary Education
modale werkwoorden + wissen
May 2021
- Lesson with
19 slides
Deutsch
Secondary Education
Modalverben
May 2022
- Lesson with
26 slides
Duits
Hoger onderwijs
Fährst du Ski?
February 2021
- Lesson with
15 slides
Duits
Secundair onderwijs
Woche 6 HV9
September 2024
- Lesson with
22 slides
Duits
Secondary Education
HM22 - Kapitel 8 E+F
December 2023
- Lesson with
32 slides
Duits
Secondary Education
Age 13