De conventies

Zakelijke brief
De conventies
1 / 52
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Zakelijke brief
De conventies

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

11 vaste onderdelen
<---------------------
Kijk 1 minuut naar de onderdelen.
timer
1:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Noteer de eerste 5 onderdelen

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

De eerste 5 onderdelen zijn:

  1. Adres verzender

  2. Adres ontvanger

  3. Plaats, datum jaartal

  4. Betreft: onderwerp brief

  5. Aanhef

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Betreft: reservering
Geachte heer Van der Zon
Adres van verzender
Adres van ontvanger
Veendam, 10 oktober 2018

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

11 vaste onderdelen
<---------------------
Kijk 1 minuut naar de onderdelen.
timer
1:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Fout
Goed
betreft: Klacht
Geachte heer/mevrouw,
Veendam, 10 oktober 2018
M.v.g.
Anne Veenstra

alvast bedankt voor uw medewerking.
Geachte mevrouw Van Zomeren,

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

11 vaste onderdelen
<---------------------
Kijk 1 minuut naar de onderdelen.
timer
1:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is een goede aanhef?
A
Hallo meneer Wouters,
B
Geachte heer Wouters,
C
geachte heer Wouters,
D
Geachte Heer Wouters,

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een correcte slotzin?
A
alvast bedankt voor uw reactie.
B
Alvast bedankt voor uw reactie
C
Alvast bedankt voor u reactie.
D
Alvast bedankt voor uw reactie.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een goede slotgroet?
A
M.v.g. Teun
B
met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet,
D
Met vriendelijke groet

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort waar?
Inleiding
Middenstuk
Slot
Mijn naam is Sasha van Buren en ik ben 14 jaar.
Afgelopen zomer was ik op uw camping.
Ik zou graag van u vernemen hoe u dit gaat oplossen.
Alvast bedankt voor uw reactie.
Ik zit op de Winkler Prins in Veendam.
Ik heb helaas een klacht over uw personeel.

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

11 vaste onderdelen
<---------------------
Kijk 30 seconden naar de onderdelen.
timer
1:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Noteer de laatste 3 onderdelen

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Noteer de eerste 5 onderdelen

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Betreft:
Aanhef
Adres verzender
Plaats, datum jaar
Adres ontvanger
Naam
Inleiding
Slotgroet
Handtekening
Middenstuk
Slotzin (slot)

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Nederlands!
Quiz!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions


Vraag 1: Wat voor een soort tekst is dit?

A
gedicht
B
gebruiksaanwijzing
C
krantenartikel
D
voorleesboek

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 2: Een uitdrukking

Zo gezond als een ...
A
vis
B
hond
C
kip
D
pauw

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 3: spelling

Welk woord is GOED geschreven?
A
interresant
B
portomonnee
C
encyclopedie
D
onmiddelijk

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 4: woordenschat
Hoe noem je een ander woord met (bijna) dezelfde betekenis?

A
gezegde
B
synoniem
C
alinea
D
afbeelding

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 5: lezen
Uit welke boekenserie komt deze illustratie?
A
Hugo
B
Het leven van een loser
C
Niek de Groot
D
Dagboek van een muts

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 6: uitdrukking Wat betekent:
Je ziet er
bedrukt uit?
A
dat je er verdrietig uitziet
B
dat je er moe uitziet
C
dat het lijkt of je onder het kopieerapparaat lag
D
dat je er goed uitziet

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 7: grammatica
In welke zin staan precies drie werkwoorden?
A
De vliegen vliegen achter vliegen aan.
B
De reiziger zal met de trein gaan reizen.
C
In de mediatheek staan veel computers.
D
Misschien moeten wij verhuizen.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 8: gesprekken
Hoe noem je
wat iemand ergens van vindt?
A
interview
B
doorvragen
C
feit
D
mening

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Vraag 9: grammatica
Over welke woordsoorten
ging dit liedje?
A
zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
B
werkwoorden
C
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
D
voorzetsels

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 10 .Zet de zin in de verleden tijd:
"Ik haast me naar het werk."

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Vraag 11: Zet de zin in de verleden tijd:
Zij gaat naar Rotterdam.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Vraag 12: een uitdrukking
Hoge bomen vangen veel .....
A
regen
B
vogels
C
water
D
wind

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 13: spelling
Welk woord is GOED geschreven?
A
aggresief
B
agressief
C
agresief
D
aggressief

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 14: grammatica
Hoe noem je het woord in hoofdletters?
Vind jij NEDERLANDS leuk?
A
lidwoord
B
heel werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voltooid deelwoord

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 15: woordenschat
Wat is een ander woord voor "realistisch"?
A
vreemd
B
echt
C
sterk
D
anders

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 16: lezen
Wat is geen tekstdoel?
A
overhalen
B
informeren
C
amuseren
D
reageren

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 17: grammatica
Wat is geen werkwoord?
A
ben
B
haar
C
geweest
D
loop

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 18: spelling
Welk voltooid deelwoord is goed geschreven?
Ik heb de wijzigingen ......
A
verwerkt
B
verwerkd
C
gewerkt
D
verwerkdt

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 19: woordenschat
Wat is een ander woord voor "kosteloos"?
A
eenvoudig
B
gratis
C
snel
D
zonder

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 20: grammatica
Wat is dit voor een soort woord?
DE auto rijdt snel.
A
werkwoord
B
lidwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
geen van deze antwoorden

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

20 seconden kijken

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Waar zag je de caravan?
A
cijfer 3 en 7
B
cijfer 3 en 10
C
cijfer 2 en 11
D
cijfer 5 en 10

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Waar zag je de bananen?
A
cijfer 10 en 13
B
cijfer 11 en 15
C
cijfer 11 en 14
D
cijfer 4 en 18

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Een dier verstopt in een zin.
1. De verdachte heeft niets aan een alibi zonder bewijs.
(bizon)
2. Het spant erom bij de laatste wedstrijd; wie wordt kampioen? (panter)
Nu jij..........................................

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

welk dier vind je in de volgende zin?
De nieuwe woonplaats bleek Hoorn te zijn.

Slide 47 - Open question

This item has no instructions

welk dier vind je in de volgende zin?
Is in Europa uw hoofdkantoor gevestigd?

Slide 48 - Open question

This item has no instructions

welk dier vind je in de volgende zin?
In de speeltuin gaan de kinderen graag op de schommel.

Slide 49 - Open question

This item has no instructions

Slide 50 - Slide

35 sec
Het woord dat in de rebus stond was:
A
vliegenmeppers
B
vliegreizen
C
vliegtuigstoel
D
vliegtuigstoelen

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

En de winnaar is:.................!

Slide 52 - Slide

This item has no instructions