Les 9 - Het thema

Les 9 
Het thema
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 9 
Het thema

Slide 1 - Slide

Thema van
een verhaal?

Slide 2 - Mind map

Het thema
  • Het thema = omschrijving van waar het verhaal over gaat

--> Formuleer je in een of enkele woorden
--> Bv. eenzaamheid, dood, vriendschap, rijk versus arm, machtsmisbruik, groei naar volwassenheid ...

==> Gebeurtenissen, tijd, personages, plaats ... geven vorm aan thema
==> Thema = persoonlijke interpretatie 

Slide 3 - Slide

Het thema
Groen kader op p. 113

--> Duid de belangrijkste termen aan.

Slide 4 - Slide

Het thema
Oefening 1 op p. 112

Bekijk de programmagids op p. 112 en beantwoord de vragen. (zie volgende slide)

Slide 5 - Slide

Welke film spreekt jou aan? Waarom?

Slide 6 - Open question

Welke thema's herken je in de film 'The Devil's Double'?
A
Ontrouw en oorlog
B
Oorlog en hoop
C
Oorlog en rijk versus arm
D
Generatieconflict en obsessieve liefde

Slide 7 - Quiz

Welke thema's herken je in de film 'The Lookalike'?
A
Criminaliteit en oorlog
B
Obsessieve liefde en rijk versus arm
C
Ontrouw en moed
D
Obsessieve liefde en criminaliteit

Slide 8 - Quiz

Welke thema's herken je in de film 'Enemy'?
A
Ontrouw en chantage
B
Ontrouw en obsessieve liefde
C
Oorlog en chantage
D
Obsessieve liefde en criminaliteit

Slide 9 - Quiz

Het thema
Oefening 1 op p. 112

Vraag b.

- The Devil's Double = oorlog + rijk versus arm
- The Lookalike = criminaliteit + obsessieve liefde 
- Enemy = ontrouw + chantage

Slide 10 - Slide

Wat hebben Latif, Sadie en Adam met elkaar gemeen?

Slide 11 - Open question

Het thema
Oefening 1 op p. 112

Vraag c.

- Iemand lijkt heel fel op hen.

Slide 12 - Slide

Het thema
Oefening 2 op p. 113-114

Bekijk de covers en lees de flapteksten op p. 113-114 en beantwoord de vragen. (zie volgende slide)

Slide 13 - Slide

Welk boek spreekt jou het meeste aan? Waarom?

Slide 14 - Open question

Het thema
Oefening 2 op p. 113-114

Vraag b.

Bij welk thema zou je de boeken plaatsen?

Slide 15 - Slide

Opgroeien
Afscheid
Oorlog
Anders, beter
Boris
Voor ik je loslaat
Toen de wereld nog van ons was
Gewoon mezelf

Slide 16 - Drag question

Het thema
Oefening 2 op p. 113-114

Vraag b.

- Opgroeien = Anders, beter + Gewoon mezelf
- Afscheid = Voor ik je loslaat
- Oorlog = Boris + Toen de wereld nog van ons was

Slide 17 - Slide

Het thema
Oefening 3 op p. 114-116

Lees de flaptekst en het fragment op p. 114 en beantwoord de vragen. (zie volgende slide)

Slide 18 - Slide

Wie is de protagonist? Hoe oud schat je dat personage?

Slide 19 - Open question

Het thema
Oefening 3 op p. 114-116

Vraag b. 

- Lara Jean. Ze zit waarschijnlijk in de middelbare school en ze is ongeveer 16 jaar oud.

Slide 20 - Slide

Hoe denkt Lara Jean over de relatie tussen Margot en Josh? Waarom?

Slide 21 - Open question

Het thema
Oefening 3 op p. 114-116

Vraag d. 

- Ze denkt dat Margot enkel van hem houdt omdat iedereen gek is op Josh.

Slide 22 - Slide

Waarmee eindigt het fragment?
A
Met een flashback
B
Met een terugwijzing
C
Met een flashforward
D
Met een vooruitwijzing

Slide 23 - Quiz

Welk vertelperspectief herken je?

Slide 24 - Open question

Het thema
Oefening 3 op p. 114-116

Vraag f. 

- Een belevende ik-verteller.

Slide 25 - Slide

Wat is het thema van dit boek?

Slide 26 - Open question

Het thema
Oefening 3 op p. 114-116

Vraag g. 

- Opgroeien, liefde.

Slide 27 - Slide

Het thema
Oefening 4 op p. 116-117

Bekijk de kortfilm op Pelckmans Portaal en beantwoord de vragen. (zie volgende slide)

Slide 28 - Slide

Welke drie belangrijke personages zijn er? Wat weet je over hen?

Slide 29 - Open question

Het thema
Oefening 4 op p. 116-117

Vraag a.

- Vader: charmezanger
- Zoon: tekent graag, is niet geïnteresseerd in de job van zijn vader
- Moeder: ziet er niet gelukkig uit

Slide 30 - Slide

De vader is de protagonist.
A
Juist
B
Fout

Slide 31 - Quiz

De zoon is de antagonist.
A
Juist
B
Fout

Slide 32 - Quiz

Waarom is de vader de antagonist?
A
Hij komt het nadrukkelijkst in beeld na zijn optreden.
B
Hij stelt zijn zoon voor een probleem.

Slide 33 - Quiz

Waarom is de zoon de protagonist?
A
Hij stelt zijn vader voor een probleem.
B
Hij komt het nadrukkelijkst in beeld na het optreden.

Slide 34 - Quiz

Het thema
Oefening 4 op p. 116-117

Vraag b.

- Protagonist = De zoon: hij komt het nadrukkelijkst in beeld na het optreden. 

- Antagonist = De vader: hij stelt de protagonist voor een probleem.

Slide 35 - Slide

Met welk probleem worstelt de protagonist?

Slide 36 - Open question

Het thema
Oefening 4 op p. 116-117

Vraag c.

- Hij weet niet of en hoe hij aan zijn vader moet vertellen dat hij homo is.

Slide 37 - Slide

Hoe reageren de ouders op het briefje in de broekzak van Jasper?

Slide 38 - Open question

Het thema
Oefening 4 op p. 116-117

Vraag d.

- De moeder neemt Jasper mee in de auto en stelt zich begripvol op. 
- De vader is minder begripvol: hij geeft duidelijk aan dat hij hoopt dat zijn zoon geen homo is.

Slide 39 - Slide

Wat is de kalendertijd? Hoe weet je dat?

Slide 40 - Open question

Het thema
Oefening 4 op p. 116-117

Vraag e.

- Het verhaal speelt zich af in het heden: de kledij, de muziek op de fuif ...

Slide 41 - Slide

Wat kan je vertellen over het verteltempo?
A
Verteltijd = 5 minuten + vertelde tijd = twee uur
B
Verteltijd = 14 minuten + vertelde tijd = een aantal uren

Slide 42 - Quiz

Het verteltempo is laag.
A
Juist
B
Fout

Slide 43 - Quiz

Het thema
Oefening 4 op p. 116-117

Vraag f.

- Verteltijd = 14 minuten
- Vertelde tijd = een aantal uren
- Tempo = hoog

Slide 44 - Slide

Welke thema's herken je?

Slide 45 - Open question

Het thema
Oefening 4 op p. 116-117

Vraag g.

- Opgroeien
- Omgaan met een geheim
- Gepest worden
- Homoseksualiteit

Slide 46 - Slide