T5 B6 HV

B6 Regeling
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 126 t/m 128
timer
3:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt de verschillende hormoonklieren opnoemen.
  • Je kunt de verschillen tussen hormonen en zenuwen benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat de voordelen en nadelen zijn van hormonen en zenuwen.
  • Je kunt de effecten van insuline, glucagon en adrenaline benoemen.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B6 Regeling
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 126 t/m 128
timer
3:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt de verschillende hormoonklieren opnoemen.
  • Je kunt de verschillen tussen hormonen en zenuwen benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat de voordelen en nadelen zijn van hormonen en zenuwen.
  • Je kunt de effecten van insuline, glucagon en adrenaline benoemen.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Wat zijn/doen hormonen?
  • Verschil hormonen/zenuwen
  • Glucose in het bloed
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Huiswerkrad
Sluit je vast aan bij de les
Beloning
Straf
Huiswerk was: 1 t/m 10 blz. 121-125

Slide 3 - Slide

Een vogel zoekt naar wormen, omdat hij honger heeft.
Wat klopt hierbij?
A
Eten zoeken = inwendige prikkel Honger = respons
B
Eten zoeken = uitwendige prikkel Honger = respons
C
Honger = inwendige prikkel Eten zoeken = respons
D
Honger = uitwendige prikkel Eten zoeken = respons

Slide 4 - Quiz

Motivatie kan de reactie op een bepaalde prikkel veranderen. Bedenk een situatie waardoor de respons op een prikkel anders kan zijn door motivatie

Slide 5 - Open question

Bij je zintuigen onstaan impulsen in bepaalde delen van het orgaan. Welk antwoord bevat alleen maar delen waar impulsen ontstaan?
A
lens, trommelvlies
B
slakkenhuis, netvlies
C
netvlies, trommelvlies
D
lens, slakkenhuis

Slide 6 - Quiz

Wat zijn hormonen?
  • Signaalstofjes gemaakt in hormoonklieren
  • Hormonen gaan via bloed door het lichaam
  • Hormonen regelen allerlei processen
Hk
Kl

Slide 7 - Slide

Hormonen of zenuwen
Hormonen
Zenuwen
Veroorzaken langdurige effecten
Veroorzaken korte effecten
Duurt vaak lang voor effect merkbaar is
Effect is bijna direct
Stuurt meestal andere klieren aan
Stuurt meestal spieren aan
Vaak processen aan waar je zelf niet over na denkt
Vaak processen aan waar je wel over na denkt

Slide 8 - Slide

Na het eten gaat de maag maagzuur aanmaken om eten te verteren.
Dit wordt geregeld door
A
Zenuwen
B
Hormonen

Slide 9 - Quiz

Tijdens het eten, kauw je het eten fijn met je tanden.
Dit wordt geregeld door
A
Zenuwen
B
Hormonen

Slide 10 - Quiz

Na het eten voel je dat je naar de wc moet. Je gaat op de wc zitten en ...
Dit wordt geregeld door
A
Zenuwen
B
Hormonen

Slide 11 - Quiz

Glucoseregeling
  • Bloed bevat glucose > Bloedsuikerspiegel
  • De hoeveelheid glucose wordt geregeld door 2 hormonen.
  • Te veel glucose > Insuline > laat glucose dalen
  • Te weinig glucose > Glucagon > laat glucose toenemen
  • Eilandjes van langerhans maken deze hormonen

Slide 12 - Slide

Iemand heeft veel snoep gegeten. Een tijdje later is dit snoep opgenomen in het bloed. Welk hormoon zal nu veel worden aangemaakt?
A
Insuline
B
Glucagon

Slide 13 - Quiz

Adrenaline
  • Gemaakt in bijnieren
  • Wanneer je boos bent/ bang bent/ schrikt
  • Effecten
  1. Meer glucose in bloed
  2. Hart klopt sneller
  3. Ademhaling sneller
  • Enige snel en kortwerkende hormoon 

Slide 14 - Slide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 126 t/m 128
  • Maken Opdr. 1 t/m 10 blz. 128-132

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 15 - Slide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 126 t/m 128
  • Maken Opdr. 1 t/m 10 blz. 128-132

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 16 - Slide

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Alle tafels recht
  • Stoelen aangeschoven
  • Grond vrij van afval
  • Tafels leeg

Slide 17 - Slide