7.2 Zuren en zure oplossingen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4,5

7.2 Zuren en zure oplossingen

Leerdoelen

• Je leert wat de chemische eigenschappen zijn van zuren.
• Je leert een aantal bekende zuren kennen.
• Je leert het verschil kennen tussen sterke en zwakke zuren.

Je leert tabel 66B en vervolgens tabel 49 te gebruiken!

Deze les

• Herhalen koolstofchemie -> zuurgroep
• Uitleg zuren
• Applet sterk/zwak zuur/base
• Lezen 7.2
• Maken 10 t.m. 25

Herhaling koolstofchemie

Ethaan

Eth = 2 C

-aan = enkele bindingen tussen C's

Binas 66CD

Ethaanzuur

zuur = COOH-groep

Molecuulformule ethaanzuur = CH3COOH

Geef de naam van het molecuul.

Zuren

• Een zuur is een deeltje wat één of meerdere H+ ionen kan afstaan aan een base.
• Als een zuur oplost in water ontstaat H+ (aq) .  
• Hoe meer H+ in oplossing, hoe zuurder de oplossing dus hoe lager de pH).
• Bij een alkaanzuur, wordt de H+ van de zuurgroep afgestaan.

Oplosvergelijking (ionisatie) zuren

• Zoutzuur = oplossing van waterstofchloride in water (Binas 66A):

HCl (g)   ->   H+ (aq)+ Cl- (aq)

• Oplossen van zwavelzuur in water (Binas 66B):

H2SO4 (l) -> 2 H+ (aq) + SO42-     (aq)

• Oplossen van azijnzuur (ethaanzuur, Binas 66A) in water: 

CH3COOH (l)   -> CH3COOH (aq)                                             

Zie je het verschil tussen zoutzuur en een azijnzuuroplossing?

Zie blz. 17 boek: azijnzuur is een zwak zuur (tabel 49) en zoutzuur is een sterk zuur.

Een oplossing van een zwak zuur in water noteer je anders dan een oplossing van een sterk zuur .

Sterke en zwakke zuren

• Binas 49 geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
• Onder te verdelen in: sterk, zwak en zeer zwak, zie volgende slide.
• Hoe sterker een zuur, hoe makkelijker het H+ ion kan worden afgesplitst.
• Bij gelijke molariteit, heeft een sterk zuur een lagere pH, een hogere geleidbaarheid en zal hij sterker reageren dan een zwak zuur (meer H+ in oplossing).

Binas 49

Binas tabel 49_1

Binas tabel 49_2

Is salpeterzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49 en 66B.

1. Sterk zuur
2. Zwak zuur
3. Sterke base
4. Zwakke base

Binas 49

NH₄⁺

S2-

HNO3

In rood de antwoorden op de quizvragen

Is het sulfide-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49.

1. Sterk zuur
2. Zwak zuur
3. Sterke base
4. Zwakke base

Is het ammonium-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 66B en 49.

1. Sterk zuur
2. Zwak zuur
3. Sterke base
4. Zwakke base

Geef de vergelijking waarbij vloeibaar mierenzuur wordt opgelost. Gebruik Binas 66A/D (en evt. 49).

Een oplossing is echter pas zuur als een H+ is opgelost in het water. Dus bij een ZWAK zuur:
Geef de reactievergelijking van het EVENWICHT dat optreedt als het ZWAKKE zuur mierenzuur is opgelost in water.

Geef de vergelijking waarbij vloeibaar salpterzuur wordt opgelost. Gebruik Binas 66A/D (en evt. 49).

Vervolg les: Zelf aan de slag/deels uitleg

• Herhalen koolstofchemie -> zuurgroep
• Uitleg zuren
• Applet sterk/zwak zuur/base

• Lezen 7.2 en 7.3
• Maken 10 t.m. 25 Online/boek. 
•      MAAR: gebruik pen en papier om reacties te noteren.

Geef de formule van elk van de volgende zuren in water (sterk/zwak)

a. koolzuur

b. azijnzuur (l)

c. zwavelzuur (l)

Geef de naam van elk van de volgende zuren. (zie binas)

a. HCl (g)

b. H2O (l) + CO2 (aq)

c. H3PO4 (aq)

Geef voor elk van de volgende zuren de vergelijking van de reactie die optreedt als het in contact komt met water.

a. waterstofchloride

b. salpeterzuur

Geef de notaties van elk van de volgende zure oplossingen.

a. verdund salpeterzuur

b. verdund zwavelzuur

c. zoutzuur

Geef de vergelijking van het evenwicht van het ammoniumion in water.

H+ (aq) + Cl− (aq)

2 H⁺ (aq) + SO_4⁠²⁻ (aq)

HNO₃ (l)

HCl (g)

zoutzuur

salpeterzuur

waterstofchloride

 zwavelzuuroplossing

Zwavelzuur, H₂SO₄, is een tweewaardig zuur, dat wil zeggen dat er bij de reactie met water twee H⁺‑ionen per molecuul zwavelzuur ontstaan.

Bereken het aantal mol H⁺ in een oplossing van 5,4 gram zwavelzuur in 1,0 L water.

Antwoord

De molaire massa van H₂SO₄ is 98,079 g mol⁻¹.

5,4 g H₂SO₄ ≙ 5,4/98,079 = 0,0551 mol

1 mol H₂SO₄ geeft 2 mol H+.

Dus in 1,0 L water zit 2 × 0,0551 = 0,11 mol H+ (twee significante cijfers).

Wat is het verschil tussen een sterk zuur en een zwak zuur?

H3PO4 (aq)

2 H⁺ (aq) + SO_4⁠²⁻ (aq)

CH3-CH2-COOH (aq)

CH3COOH (aq)

fosforzuuroplossing

propaanzuur oplossing

azijnzuur oplossing

 zwavelzuuroplossing

Een verschil in notatie tussen sterk en zwak zuur

In Binas tabel 49 staan een aantal zuren gerangschikt van sterk naar zeer zwak. De eerste zeven zijn sterke zuren, na H3O+ (=H+) beginnen de zwakke zuren.

Zoek in de Binas tabel de zuren HBr en HF op. Geef de naam van deze zuren en geef van elk aan of het een sterk of een zwak zuur is.

Hoe goed begrijp je nu H7.2?
B.v. weet je hoe tabel 66B samen met 49 werkt en weet je het verschil tussen een sterk en zwak zuur?

😒🙁😐🙂😃