Eind van de les heb je geoefend met het 'lezen' van
staaf- en cirkeldiagrammen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Domein 5
staafdiagram (5.3) en cirkeldiagram (5.4)
Eind van de les heb je geoefend met het 'lezen' van
staaf- en cirkeldiagrammen
Slide 1 - Slide
Soorten diagrammen
Vorige les:
Lijndiagram
Staafdiagram Cirkeldiagram
Deze les:
Slide 2 - Slide
stapeldiagrammen
Stapeldiagram
Samengesteld staafdiagram
Slide 3 - Slide
Staafdiagram (staand)
- Hoeveel bezoekers onder de 18 jaar waren er op zaterdag?
- En op vrijdag?
- Hoeveel bezoekers waren er 18 jaar of ouder op zondag?
- Wat is het gemiddeld aantal bezoekers onder de 18 jaar?
timer
1:40
Slide 4 - Slide
Staafdiagram (liggend)
Hoeveel uur werken vrouwen gemiddeld?
Hoeveel uur slaapt een vrouw gemiddeld?
Slide 5 - Slide
Liggende staafdiagram
Slide 6 - Slide
Cirkeldiagram
In een cirkeldiagram stelt de cirkel altijd het totaal voor. Vaak in percentages (100%) of in breuken.
De cirkel is verdeeld in stukken die we sectoren of segmenten noemen.
Slide 7 - Slide
Cirkeldiagram
Wat is het meest verkocht?
Wat is het minst verkocht?
Welke twee sectoren vormen bijna net zoveel verkoop als de broodjes?
Slide 8 - Slide
Er is onderzocht met welk vervoer de studenten van klas L2A naar school komen. Hoe kan dit het beste worden weergeven?
A
Staafdiagram
B
Lijndiagram
C
Cirkeldiagram
D
Tabel
Slide 9 - Quiz
Welk van de onderstaande diagrammen geeft over het algemeen de meeste informatie?
A
B
C
Slide 10 - Quiz
30% van de verkochte producten is boter Welk cirkeldiagram past hierbij?
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
In de grafiek zie je van een aantal jaar het gemiddelde loon en de gemiddelde kosten per maand van de familie Amps.
Hoeveel gaf familie Amps in 2005 gemiddeld per jaar uit aan voeding?
A
€3000,-
B
€500,-
C
€6000,-
D
€3500,-
Slide 12 - Quiz
Een reisbureau noteert de leeftijden van de deelnemers aan de reizen. Er waren 148 deelnemers van 66 jaar en ouder. Hoeveel deelnemers waren er in totaal? Laat je berekening zien.