Dichtheid

1.4: Dichtheid
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

1.4: Dichtheid

Slide 1 - Slide

Programma
  • De leerling weet wat de dichtheid van een stof betekent.
  • De leerling kent de formule van de dichtheid en kan die toepassen
  • De leerling kan beredeneren wat er gebeurd als er stoffen met verschillende dichtheden bij elkaar zitten,

Slide 2 - Slide

Een symbool voor massa kan zijn...
A
g
B
cm
C
p
D
m

Slide 3 - Quiz

Welke formule gebruik je bij het berekenen van het volume?
A
l x b x h
B
m/v
C
p x v

Slide 4 - Quiz

0

Slide 5 - Video

Wat is het zwaarste...
A
een kilo zilver
B
een kilo veren
C
twee kilo veren

Slide 6 - Quiz

Wat heeft het kleinste volume
A
kilo goud
B
kilo lood
C
kilo water

Slide 7 - Quiz

Paragraaf 2.4
Hieronder zie je 2 stoffen. 1 daarvan is goud, maar welke?

Slide 8 - Slide

Dichtheid

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Paragraaf 2.4
Door de dichtheid van een stof te bepalen kun je er dus achter komen met welke stof je te maken hebt... Dit is dus een stofeigenschap!

Slide 11 - Slide

Een zilveren blokje van 1 cm3 heeft een massa van 10,2 gram. 

Een glazen blokje van 1 cm3 heeft een massa van 2,6 gram. 

Zilver is dus ongeveer vier keer zo                                            als glas.
licht
zwaar

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

De eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g

Slide 15 - Quiz

Als je de massa deelt door het volume dan bereken je...
A
het gewicht
B
de inhoud
C
de dichtheid
D
de zwaarte

Slide 16 - Quiz

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 17 - Quiz


De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?

A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Slide 18 - Quiz

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 19 - Quiz

Zout water heeft ...
A
een hogere dichtheid dan zoet water
B
een lagere dichtheid dan zoet water
C
dezelfde dichtheid als zoet water

Slide 20 - Quiz

De dichtheid van 1 kilogram lood en 1 gram lood
A
is gelijk
B
is niet gelijk

Slide 21 - Quiz

welk voorwerp, A of B, heeft de grootste dichtheid?
A
blok A
B
blok B
C
de dichtheid van beide blokken is even groot
D
dat kun je niet zeggen! (te weinig gegevens)

Slide 22 - Quiz

Zelfstandig aan de slag
Wat? Lees paragraaf 2.4 door en maak paragraaf 2.4
Hoe? In stilte. Muziek mag
Vraag? overleg fluisterend met je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit, steek je vinger op. 
Klaar? Maak een samenvatting van paragraaf 2.4. Of kijk naar paragraaf 2.1, 2.3, 2.4

Slide 23 - Slide