Huidverzorging HF3

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3,4

Huidsoorten en huiddiagnose

Hoofdstuk 3

Doel

Aan het eind van dit hoofdstuk heb je geleerd:

• welke verschillende huidsoorten er zijn.
  
• wat, naast acne, de meest voorkomende huidaandoeningen zijn.
  
• hoe een huiddiagnose verloopt.
  
• hoe de huidtypen kunnen worden ingedeeld naar zonbestendigheid.

Verschillende huidsoorten

Indeling naar hoeveelheid vocht en vet in huid:

• Normale huid: vocht- en vetbalans optimaal.
  
• Droge huid voelt droog en trekkerig aan, en kan schrale, schilferige plekken vertonen.
  
• Vette huid glanst en bevat ook vaak mee-eters en puistjes.
  
• Gecombineerde huid
  

Opbouw van de huid

Extra omschrijvingen voor de huid:

• Gevoelige huid: Een, meestal droge, huid die heftig reageert op invloeden van buitenaf.
  
• Acne huid is een huid waar altijd puistjes en/of mee-eters op zitten.
  

Aan de slag

• Bekijk de video over 'verschillende huidsoorten'.
  
• Beantwoord de vragen van opdracht 3.03 op bladzijde 174 van je werkboek.

De huiddiagnose/huidanalyse

De volgende drie stappen volg je:

• Anamnese: Je brengt de voorgeschiedenis en de gewoontes van de cliënt in kaart.
  
• Inspectie: Je bekijkt de huid en stelt een diagnose.
  
• Palpatie: Je betast de huid en stelt een diagnose.
  

Anamnese

Je vraagt allerlei persoonlijke zaken voor een klantenkaart/klantenbestand.

Aandachtspunten:

• Leg uit waarom je de vragen stelt.
  
• Zorg dat de patiënt zich prettig voelt.
  
• Leg uit wat je met de gegevens doet.
  
• Toon begrip als de klant geen antwoord wil geven.
  

Inspectie

Met een loeplamp vergroot je het zicht op de huid.

• Allereerst bepaal je de huidsoort.
  
• De doorbloeding van de huid.
  
• Rimpels.
• Afwijkingen-aandoeningen van de huid: pigmentvlekken, teleangiëctastieën, overbeharing, comedonen, milia.

Palpatie

• Vochtgehalte van de huid
  
• Doorbloeding van de huid
  
• Stevigheid van de huid
  

Aan de slag

• Bekijk de video over 'de huiddiagnose' om te zien hoe je deze uit moet voeren.

De huid en de zon

• UV-A: mildere soort, maar teveel kan je huid verbranden of zelfs huidkanker veroorzaken.
  
• UV-B: belangrijke veroorzaker van zonnebrand en huidkanker.

• UV-straling zorgt voor aanmaak vitamine D en kan helpen bij huidproblemen.
• Je krijgt eerder rimpels en sneller pigmentvlekken door de zon.
  

Hoe minder pigmenten iemand heeft:

• hoe beter hij zijn huid moet beschermen;
  
• hoe sneller hij/zij verbrandt;
  
• hoe minder hij/zij bruin wordt;

De huid en de zon

Type I heeft minste pigment, type VI het meeste.

Aan de slag

• Lezen en opdrachten maken hoofdstuk 3 (bladzijde 169 t/m 189).
• Deelopdracht  1 en 2 van praktijkopdracht 3 'Huidsoorten en huiddiagnose' (bladzijde 41 t/m 51).
• Test je kennis: Hierna volgen een aantal vragen over de theorie.

Geef aan welke poriën een vette huid hebben.

1. Grove poriën
2. Fijne poriën

Geef aan welke poriën een droge huid hebben.

1. Grove poriën
2. Fijne poriën

Wat is GEEN kenmerk van een acne huid?

1. Glimmend
2. Grove huidstructuur
3. Voelt droog
4. Ontstekingen en verstoppingen.

Van welke huidsoort zijn dit de kenmerken:
Egale kleur, soepel en kleine zichtbare poriën.

1. Normale huid
2. Droge huid
3. Vette huid
4. Gecombineerde huid

Je brengt de voorgeschiedenis en gewoontes van Jasmijn in kaart.

1. palpatie
2. anamnese
3. inspectie

Je bekijkt de huid van Jasmijn en stelt een diagnose op.

1. palpatie
2. anamnese
3. inspectie

Je betast de huid van Jasmijn en stelt een diagnose op.

1. palpatie
2. anamnese
3. inspectie

Saskia maakt een huiddiagnose van een klant. Waar moet Saskia op letten bij de huiddiagnose?

1. huidsoort, poriegrootte en puistjes
2. huidsoort, talgproductie en kleur haar
3. huidsoort, rimpels en huidkleur
4. huidsoort, vorm van ogen en rimpels

Wat voor afwijkingen zijn teleangiëctastieën?

1. Bloedvatafwijkingen
2. Pigmentafwijkingen
3. Talgklierafwijkingen
4. Verhoorningsafwijkingen

Welke huidafwijking
zie je op de afbeelding?

1. Teleangiëctasieën
2. Comedonen
3. Milia's
4. Pigmentvlekken

Hoe kun je bij palpatie de doorbloeding van de huid vaststellen?

1. Door de huid op te duwen.
2. Door met een vinger op de huid te drukken.
3. Door de huid vochtig te maken.
4. Door de huid naar boven te trekken.

Welke huidtype wordt hier omschreven:
'Een van nature bruine huid, donkere ogen en donker haar'.

1. Type III
2. Type IV
3. Type V
4. Type VI

Wat is je vraag over deze les?

Heb je fijn gewerkt? Was de theorie moeilijk? Wat is je gevoel na deze les?

😒🙁😐🙂😃