This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Herhaling
Hoofdstuk 9
Slide 1 - Slide
Indy drinkt ’s morgens altijd een kop koffie voordat ze naar het werk gaat. Als ze zich een keer verslaapt en ze kan geen koffie drinken is ze erg humeurig. Op welke manier is Indy afhankelijk van koffie?
A
geestelijk
B
lichamelijk
C
sociaal
Slide 2 - Quiz
Welke stof gaat op de plek van zuurstof zitten wanneer je rookt?
A
koolmonoxide
B
nicotine
C
teer
Slide 3 - Quiz
Na het gebruiken van een drug raakt een meisje in zichzelf gekeerd en wordt paniekerig; ze voelt zich vreemd. Welke soort drug heeft zij gebruikt?
A
bewustzijnsveranderde middelen
B
stimulerende middelen
C
verdovende middelen
Slide 4 - Quiz
Welke stof stimuleert de opslag van glycogeen in de lever en spieren?
A
glucagon
B
glucose
C
insuline
Slide 5 - Quiz
Welke twee hormonen zorgen voor het constant houden van de bloedsuikerspiegel
A
Glucagon & Glycogeen
B
Glucagon & Insuline
C
Glycogeen & Insuline
D
Glucose & Glycogeen
Slide 6 - Quiz
Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
adrenaline
Slide 7 - Quiz
Welk uitscheidingsorgaan zorgt ervoor dat koolstofdioxide ons lichaam kan verlaten?
A
Lever
B
Huid
C
Nieren
D
Longen
Slide 8 - Quiz
Via welke drie organen raakt het lichaam water kwijt?
A
Hart, longen, darmen
B
Longen, huid, nieren
C
Nieren, darmen, longen
D
Lever, nieren, longen.
Slide 9 - Quiz
In welk orgaan worden de hormonen gemaakt die het glucosegehalte van je bloed regelen?
A
lever
B
spieren
C
alvleesklier
D
milt
Slide 10 - Quiz
Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
adrenaline
Slide 11 - Quiz
Waar liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
Slide 12 - Quiz
Uit welke lagen bestaat de huid?
A
Opperhuid, Kiemlaag, Hoornlaag
B
Hoornlaag, Kiemlaag, Lederhuid
C
Lederhuid, Onderhuidsbindweefsel, Kiemlaag
D
Opperhuid, Lederhuid, Onderhuids bindweefsel
Slide 13 - Quiz
Frank heeft te lang in de zon gezeten en zijn huid is rood geworden. Na een paar dagen zijn er losse 'velletjes' op zijn huid te zien. Tot welk deel van het lichaam behoren de 'velletjes?'
A
de hoornlaag
B
de kiemlaag
C
de lederhuid
D
onderhuidsbindweefsel
Slide 14 - Quiz
Max heeft een lichte huid, ook heeft hij sproeten. Wat kun je zeggen over zijn opperhuid?
A
Hij heeft weinig pigment
B
Hij heeft een dunne opperhuid
C
Hij verbrandt snel in de zon
D
Zowel A, B als C
Slide 15 - Quiz
Waar zijn de ziekteverwekkers het lichaam binnengekomen? 'Cato heeft kip gegeten die niet gaar was, en nu heeft ze diarree.'
A
mond
B
wondje
C
geslachtsorganen
D
neus
Slide 16 - Quiz
Waar zijn de ziekteverwekkers het lichaam binnengekomen? ' Je broer nieste in je gezicht. Nu ben jij ook verkouden.'
A
mond
B
wondje
C
geslachtsorganen
D
neus
Slide 17 - Quiz
Waar herkennen de witte bloedcellen de ziekteverwekkers aan?
A
antistoffen
B
antigenen
Slide 18 - Quiz
Wat zit er in een prik bij een vaccin?
A
antistoffen
B
verzwakte ziekteverwekkers
C
medicijnen
Slide 19 - Quiz
Voor het functioneren van het afweersysteem is het belangrijk dat witte bloedcellen ziekteverwekkers kunnen herkennen. Waaraan herkennen witte bloedcellen ziekteverwekkers?
A
aan antigenen
B
aan antistoffen
C
aan antigenen en antistoffen
Slide 20 - Quiz
Twee mensen raken besmet met het waterpokken virus. De één heeft als kind al waterpokken gehad, de ander nog nooit. Welke lijn hoort bij de persoon die nog nooit waterpokken heeft gehad?
A
lijn A
B
lijn B
Slide 21 - Quiz
Wat gebeurt er als er bij het sporten te weinig glucose in het bloed zit?
A
Glucose wordt omgezet in glycogeen en gaat vanuit je lever het bloed in.
B
Glycogeen wordt omgezet in glucose en gaat vanuit je lever het bloed in.
C
Glucose wordt omgezet in glycogeen en wordt opgeslagen in je lever.
D
Glycogeen wordt omgezet in glucose en wordt opgeslagen in je lever.