This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Thema 1, Basisstof 1, Organismen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
1.1.1 Je kunt uitleggen wat een organisme is.
1.1.2 Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
1.1.3 Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.
Slide 2 - Slide
Levende wezens
Een organisme is een levend wezen. Mensen, dieren en planten, bacteriën en schimmels.
Alle organismen hebben levenskenmerken.
Door levenskenmerken weet je of iets levend is
Slide 3 - Slide
Levend, dood en levenloos
Als een organisme geen levenskenmerken meer heeft, is het dood.
Sommige dingen in de natuur hebben nooit geleefd. Die dingen noem je levenloos.
Slide 4 - Slide
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 5 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 6 - Quiz
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 7 - Quiz
Geef de definitie van een organisme
Slide 8 - Open question
Aan het werk!
Maken opdracht: 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 10 in je boek
Slide 9 - Slide
Wat heb je onthouden deze les?
Slide 10 - Open question
Leerdoelen check: 1.1.1 Je kunt uitleggen wat een organisme is. 1.1.2 Je kunt de zeven levenskenmerken noemen. 1.1.3 Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.
A
Makkie!
B
Ik weet de zeven kenmerken nog niet.
C
Ik weet niet wat een organisme is.
D
Ik kan levend, dood en levenloos niet onderscheiden