This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Signaalwoorden & tekstverbanden
Slide 1 - Slide
Doelen van vandaag
Ik kan signaalwoorden herkennen.
Ik kan verbanden in een zin benoemen.
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Uitleg: signaalwoorden
Uitleg: tekstverbanden
Oefenen
Slide 3 - Slide
Leesstrategieën
Slide 4 - Mind map
Signaalwoorden
Teksten bestaan uit alinea's
Alinea's betaan uit zinnen.
Volgorde is hierbij erg belangrijk.
Alinea's en zinnen kunnen aan elkaar VERBONDEN zijn.
Dit gebeurt door SIGNAALWOORDEN
Slide 5 - Slide
Dus, ....
Een signaalwoord geeft een verband aan tussen alinea's of zinnen. Een signaalwoord geeft belangrijke informatie over de opbouw van een tekst. Het helpt de lezer om een tekst beter te begrijpen.
Slide 6 - Slide
Signaalwoorden
Slide 7 - Mind map
Tekstverbanden
Er bestaat een VERBAND tussen verschillende delen van de tekst.
3 belangrijkste tekstverbanden:
opsomming
tegenstelling
oorzaak-gevolg
Slide 8 - Slide
Opsomming
Een tekstverband waarbij verschillende dingen na elkaar worden genoemd.
Voorbeeld
Om te beginnen leg ik mijn paspoort klaar. Daarna pak ik mijn verzekeringspasje en ook mijn kleren leg ik alvast klaar
Slide 9 - Slide
Tegenstelling
Een tekstverband waarbij iets wordt gezegd, waarna het tegenovergestelde wordt gezegd.
Voorbeeld
Ik wil graag mee naar Amsterdam maar ik kan niet mee omdat ik geopereerd moet worden.
Slide 10 - Slide
Oorzaak-gevolg
Een tekstverband dat aangeeft dat er iets gebeurt (oorzaak), wat ervoor zorgt dat er nog iets anders gebeurt (gevolg).
Voorbeeld
Mijn paspoort is verlopen dus ik mag niet vliegen
Slide 11 - Slide
Even oefenen...
Je krijgt zometeen 4 zinnen.
Van die zin noem je het tekstverband:
1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Oorzaak & gevolg
En je benoemt het signaalwoord
Voorbeeld:
Die gehuurde fietsen zijn zowel mooi, fijn als betaalbaar.
Jij antwoord dan:
1. zowel
Slide 12 - Slide
Wat is het tekstverband? Wat is het signaalwoord? Het water in de rivier stond te hoog waardoor we niet konden gaan zwemmen.
Slide 13 - Open question
Wat is het tekstverband? Wat is het signaalwoord? Ik ben dol op actieve vakanties hoewel ik een weekje strand ook niet erg vind.
Slide 14 - Open question
Wat is het tekstverband? Wat is het signaalwoord? Doordat het hagelde mochten wij niet op de gletsjer.
Slide 15 - Open question
Wat is het tekstverband? Wat is het signaalwoord? We moeten onze tickets reserveren om vervolgens ons hotel te boeken en dan gaan we onze koffers pakken.