* Als je iets wilt zeggen ga je staan.
* Je laat elkaar uitpraten.
* Als je beurt klaar is ga je zitten.
* Je houdt je beurten kort en bondig.
* Je spreekt via de jury. Niet direct op elkaar.
"Beste jury, ik hoor (naam) net zeggen ....., maar dat klopt niet want ...... "
* Je houdt het netjes. Niet schelden of vloeken.
* Iedereen doet mee!
De discussie duurt 20 minuten. Als de wekker gaat, is het debat voorbij.