Les 6: casus gericht onderwijs herhaling laatste 10 weken

W5+ W6 +W7 - casusgericht onderwijs 
Les 6 (Lw 16)-Herhaling belangrijkste stof laatste 10 weken
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MBO

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

W5+ W6 +W7 - casusgericht onderwijs 
Les 6 (Lw 16)-Herhaling belangrijkste stof laatste 10 weken

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Welkom: AWR
  • Leerdoelen

  • Herhaling belangrijkste stof casus gericht onderwijs

  • Aan de slag met voorbereiding
  • Afsluiting 


Theorie:
  • Zie voorgaande lessen voor de theorie

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kan de student de opgedane kennis van de afgelopen periode toepassen en uitleggen aan anderen.  

  • Aan het eind van de les is de student zelfstandig aan de slag gegaan met het oefenen van de theorie.





Slide 3 - Slide

Wat is een signaleringsplan?
Een signaleringsplan is een methodiek die als doel heeft ervoor te zorgen dat het optreden van
een psychische crisis in de toekomst voorkomen wordt.

Een signaleringsplan bestaat uit twee delen:
  1. een beschrijving van de vroege voortekenen van een crisis in afzonderlijke fasen;
  2. een beschrijving wat de cliënt, sociaal netwerk en groepsleiders het beste kunnen doen bij
        zo’n dreigende crisis in de afzonderlijke fasen die aan een crisis voorafgaan.

Wat staat er in een signaleringsplan: vroege voortekenen van een crisis, situaties die extra spanning opleveren en maatregelen die de zorgvrager, het netwerk en de professionals kunnen inzetten om crisis te voorkomen.

Slide 4 - Slide

Risicoanalyse

"Een methode waarbij nader benoemde risico's worden gekwantificeerd door het bepalen van de kans dat een dreiging zich voordoet en de gevolgen daarvan."

Slide 5 - Slide

Herhaling- Risicoanalyse - Begrippen
Risico: De verzameling van de kansen op allerlei ongewenste gebeurtenissen van een bepaalde omvang die bij een bepaalde activiteit (situatie) kunnen plaatsvinden. 
Prioriteit: datgene wat voorrang krijgt of hoort te krijgen.
Risicobeheersing: de manier waarop je omgaat met het risico (risicoreactie: zie volgende dia)
Maatregel: handeling of ingreep met een bepaald doel.
Evalueren: achteraf bespreken om ervan te leren.

Slide 6 - Slide

Begrippen
1. Begeleidingsmethodiek
Geheel van op theorieën gebaseerde begeleidingsmethoden die worden gebruikt om een doel te bereiken. De methodiek bestaat uit handelingsrichtlijnen, praktische handvatten, etc.


2. Begeleidingsstijl
Manier van begeleiden, gericht op de mate van sturing 

3. Begeleidingstechniek
Kennis, vaardigheid en hulpmiddelen die je inzet in de begeleiding om een doel te bereiken



Slide 7 - Slide

2. Begeleidingsstijlen
 Twee manieren/indelingen: 

1. Traditionele benaming: 
  •  Autocratisch/autoritair (sturend) 
  •  Democratisch (overleg) 
  •  Laisser- Faire (op de achtergrond) 






2. Hersey en Blanchard benaming: 

  • Instrueren (onbekwaam, ongemotiveerd/onzeker)
  • Overleggen (bekwaam, ongemotiveerd/onzeker)
  • Overtuigen (onbekwaam, gemotiveerd)
  • Delegeren (bekwaam, gemotiveerd)

Slide 8 - Slide

3. Begeleidingstechnieken 
  • Motiveren
  • Stimuleren
  • Activeren
  • Structuur bieden
  • Nabijheid bieden
  • Time-out
  • Terughalen naar de werkelijkheid

    Technieken kunnen onderdeel zijn van een methodiek, zoals gedragsmodificatie(gedrag beïnvloeden)-> Straffen, Belonen, Negeren.

Slide 9 - Slide

Wat is een verstandelijke beperking?
  • Een verstandelijke beperking is een ontwikkelingsstoornis. 
  • Mensen die dit hebben, ontwikkelen zich minder snel dan leeftijdsgenoten. 
  • De gevolgen zijn vooral merkbaar op school, in de omgang met anderen en in hoeverre ze zichzelf kunnen redden in het dagelijks leven.

Slide 10 - Slide

Vormen van een verstandelijke beperking?
  • Licht verstandelijke beperking (IQ 50 tot 70)
  • Matig verstandelijke beperking (IQ  35 tot 50)
  • Ernstig verstandelijke beperking (IQ 20 tot 35)
  • Zeer ernstig verstandelijke beperking (IQ onder de 20)

Slide 11 - Slide

Disharmonisch intelligentieprofiel
Hier spreek je van als een persoon verschillend functioneert op het:  verbaal deel (VIQ) en performaal deel (PIQ)

Enerzijds kan iemand verbaal sterk zijn, dus zich goed kunnen uiten met spreken, maar anderzijds kan diegene op uitvoerende taken heel slecht scoren; zoals niet kunnen plannen of overzien (performaal).

Zorgt voor grote risico's, zoals overvraging

Slide 12 - Slide

Calamiteitenplan
Calamiteitenplan (ook wel bedrijfsnoodplan) legt men vast hoe men zich voorbereidt op calamiteiten en hoe met calamiteiten om te gaan. Hierbij is er altijd een koppeling met wet en regelgeving. 
In het kort staat er: 
- Wat medewerkers moeten doen bij een calamiteit
- Wie zich waar moet verzamelen bij een calamiteit 
- Wie welke taken heeft bij een calamiteit 

Denk bij calamiteiten aan crisissituaties zoals:
Brand, stroomuitval, agressie, ongewenste intimiteiten, ontruimingsopdracht, onverwachte emoties, vermissing van een cliënt.                                              


Slide 13 - Slide

Basisregels EHBO 
  • Bij het verlenen van eerste hulp is het belangrijk om altijd volgens dezelfde richtlijnen te werk te gaan. De volgende richtlijnen pas je altijd toe, ongeacht welk ongeval er gebeurd is:
  • Let op gevaar.
  • Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert.
  • Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting.
  • Zorg voor deskundige hulp.
  • Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit.

Bekijk de instructie filmpjes van les 5:
1. Stabiele zijligging   2. verslikking 3. Vingerverband 






Slide 14 - Slide

Aan de slag
  • Neem de lessen grondig door
  • Bekijk de leerlijsten (onderaan de lesplanner van casus gericht onderwijs)

Beschrijf voor jezelf: 
  • 1 punt wat je helemaal helder is en je aan iedereen zou kunnen uitleggen met daarbij een korte uitleg.
  • 1 punt wat je nog niet begrijpt en waar je nog meer vragen over hebt.
  • Maak een samenvatting, zodat je snel zaken kan bespreken (laatste 30 minuten terug om te bespreken, zie volgende dia)

Slide 15 - Slide

Bespreken in groepen
Ga in groepjes van 4/5 zitten.
Bespreek met elkaar wat je goed begrijpt en wat je niet goed begrijpt.
Beantwoord elkaars vragen of zoek ze eventueel op.
Mocht je er niet uit komen, vraag het aan de docent.


Slide 16 - Slide