Woorden in context thema 5

Woorden in context thema 5
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woorden in context thema 5

Slide 1 - Slide

de schoonmaak

Slide 2 - Slide

het huishouden

Slide 3 - Slide

stofzuigen

Slide 4 - Slide

het uitzicht

Slide 5 - Slide

smal
breed

Slide 6 - Slide




de tweede verdieping

de eerste verdieping

de begane grond

Slide 7 - Slide

de klus

Slide 8 - Slide

klussen

ik klus
jij klust
hij/zij klust
wij klussen
jullie klussen
zij klussen

Slide 9 - Slide

opknappen

Slide 10 - Slide

repareren
maken

Slide 11 - Slide

boren

Slide 12 - Slide

ophangen

Slide 13 - Slide

verven
schilderen

Slide 14 - Slide

de wc is verstopt

Slide 15 - Slide

de lekkage

Slide 16 - Slide


A
stofzuigen
B
boren
C
verven
D
schilderen

Slide 17 - Quiz


A
stofzuigen
B
boren
C
verven
D
schilderen

Slide 18 - Quiz


A
stofzuigen
B
boren
C
verven
D
ophangen

Slide 19 - Quiz


A
maken
B
boren
C
repareren
D
schilderen

Slide 20 - Quiz


A
de begane grond
B
de eerste verdieping
C
de tweede verdieping

Slide 21 - Quiz


A
de begane grond
B
de eerste verdieping
C
de tweede verdieping

Slide 22 - Quiz


A
de begane grond
B
het uitzicht
C
het huishouden

Slide 23 - Quiz