Dit waren de
bezittelijk voornaamwoorden, de
zelfstandig naamwoorden die erbij horen en de
vertalingen die in de tekst op LT p. 35 stonden. Kijk ze zelf na:
1. sus cosas (haar spullen), 2. su madre (haar moeder), 3. su compañero (haar collega), 4. mi habitación (mijn kamer), 5. mi móvil (mijn mobiel), 6. tu chaqueta (jouw jas), 7. tu madre (jouw moeder), 8. tus amigos (jouw vrienden), 9. tus cedés (jouw cd's), 10. tus revistas (jouw tijdschriften), 11. tu mochila (jouw rugzak), 12. mis cosas del cole (mijn schoolspullen), 13. tu móvil (jouw mobiel), 14. tu casa (jouw huis)