Getallen 20 t/m 100 en Familie

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

                           de tientallen
                                                20 = vingt     90= quatre-vingt-dix
                       30 = trente    100= cent
40 = quarante 
50 = cinquante 
60 = soixante 
70 = soixante-dix
80 = quatre-vingts



Slide 2 - Slide

40
A
quatre
B
quarante
C
treize
D
trente

Slide 3 - Quiz

50
A
cinquante
B
quarante
C
cent
D
quatre-vingts

Slide 4 - Quiz

60
A
six
B
trente
C
quarante
D
soixante

Slide 5 - Quiz

80
A
quatre-vingts
B
trente
C
soixante
D
quarante

Slide 6 - Quiz

trente
cinquante
vingt
quarante
20
30
40
50

Slide 7 - Drag question

cent
soixante
quatre-vingts
soixante-dix
quatre-vingt-dix
60
70
80
90
100

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Slide

vertaal naar het NL:
j'ai deux frères

Slide 10 - Open question

vertaal naar het NL:
j'ai une soeur

Slide 11 - Open question

vertaal naar het NL:
mon père s'appelle Marc

Slide 12 - Open question

vertaal naar het NL:
la tante

Slide 13 - Open question

vertaal naar het NL:
l'oncle

Slide 14 - Open question

vertaal naar het NL:
j'ai deux grandes-mères

Slide 15 - Open question

vertaal naar het NL:
j'ai deux grands-pères

Slide 16 - Open question

vertaal naar het NL:
ma cousine s'appelle Eva

Slide 17 - Open question

vertaal naar het NL:
mes grands-parents habitent à Amsterdam

Slide 18 - Open question