Startrekenen Vooraf - H13 Gewicht Les 2
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 13
Wat heb je nodig?
boek
pen of potlood
1 / 26
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2
This lesson contains 26 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 13
Wat heb je nodig?
boek
pen of potlood
Slide 1 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 2
X
X
blz 200
Slide 2 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 3
X
X
blz 200
Slide 3 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 4
blz 201
Slide 4 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 5
kg
g
blz 202
k
g
Slide 5 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 6
80 kg
56 kg
blz 203
79 kg
65 kg
Slide 6 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 7
62,5 kg
blz 203
71 kg
Slide 7 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTE VORIGE LES
les 2
opdracht 8
blz 204
Slide 8 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 8
blz 205
Slide 9 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 9
blz 205
150 g
734 g
120 g
1200 g
Slide 10 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 10
blz 206
Slide 11 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 11
blz 207
550 g
20 g
Slide 12 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 12
blz 207
Slide 13 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 13
blz 208
eraf
erbij
Slide 14 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 13
blz 209
erbij
eraf
Slide 15 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
NAKIJKEN OPDRACHTEN VORIGE LES
les 2
opdracht 13
blz 209
eraf
erbij
Slide 16 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
DOELEN
startopdracht
blz
les 2
je kunt gewichten aflezen op analoge en digitale weegschalen
Je kunt kilogrammen en grammen omrekenen en als een kommagetal schrijven.
Slide 17 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.3 GEWICHT OMREKENEN
blz 210
les 2
uitleg 7
1.000 gram is bij elkaar 1 kilogram.
1 kilogram is dus 1.000 gram.
Op deze weegschaal ligt 1.000 g prei.
Het gewicht op beide weegschalen is hetzelfde.
Slide 18 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.3 GEWICHT OMREKENEN
blz 210
les 2
uitleg 7
Riva weegt 2.000 g wortels af.
1.000 g is 1 kg, dus 2.000 g is 2 kg.
Slide 19 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.3 GEWICHT OMREKENEN
blz 213
les 2
uitleg 8
100 gram is hetzelfde als 0,1 kilogram.
0,1 kilogram is dus 100 gram.
Op de weegschaal zie je dat 100 g hetzelfde is als 0,1 kg.
Slide 20 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.3 GEWICHT OMREKENEN
blz 213
les 2
uitleg 8
Femke weegt 0,7 kg aardappelen af.
0,1 kg is 100 g, dus 0,7 kg is 700 g.
Slide 21 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.3 GEWICHT OMREKENEN
blz 216
les 2
uitleg 9
Als iets meer dan een kilogram weegt, kun je het gewicht schrijven in kilogram en gram.
Het gewicht van de aardappelen is 3 kg en 500 g.
Slide 22 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.3 GEWICHT OMREKENEN
blz 217
les 2
uitleg 10
Als iets meer dan 1.000 gram weegt, kun je het gewicht schrijven in kilogram en gram.
Slide 23 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.3 GEWICHT OMREKENEN
blz 219
les 2
uitleg11
Als iets meer dan 1.000 gram weegt, kun je het gewicht ook schrijven als kommagetal in kilogram.
Slide 24 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
13.2 WEGEN
blz 221
les 2
uitleg 12
Je kunt een kommagetal in kilogram ook schrijven in kilogram en gram.
Slide 25 - Slide
De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)
De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
maken
opdracht 15 (blz. 211) tot en met
opdracht 28 (blz. 222)
WAT?
KLAAR?
les 1
