Rijmende Gedichten

Rijmende Gedichten

Leerdoel

Aan het einde van deze les kan je een gedicht schrijven op rijm en ken je diverse rijmschema's.

Dit is het leerdoel van de les. Maak het aan het begin van de les duidelijk.

Wat weet je al over rijmende gedichten?

Wat is rijm?

Rijm is een herhaling van dezelfde klanken aan het einde van een woord of zin.

Leg uit wat rijm is en laat voorbeelden zien.

Soorten rijm

Er zijn verschillende soorten rijm, zoals gepaard rijm, omarmend rijm en gekruist rijm.

Geef uitleg over de verschillende soorten rijm en toon voorbeelden.

Gepaard rijm

Bij gepaard rijm rijmen twee regels steeds op elkaar, bijvoorbeeld: 'De zon schijnt in mijn gezicht. / Ik vind het leven een prachtig gedicht.'

Laat zien hoe gepaard rijm werkt en oefen dit met de leerlingen.

Omarmend rijm

Bij omarmend rijm rijmen de eerste en de vierde regel op elkaar, en de tweede en de derde regel op elkaar, bijvoorbeeld: 'De wereld draait maar door, / het leven gaat zijn gang. / Ik zie de zon, ik hoor / de vogels in de zang.'

Laat zien hoe omarmend rijm werkt en oefen dit met de leerlingen.

Gekruist rijm

Bij gekruist rijm rijmen de eerste en de derde regel op elkaar, en de tweede en de vierde regel op elkaar, bijvoorbeeld: 'Een boom staat in het veld, / zijn takken in de lucht. / De vogels fluiten snel, / de wind die zucht en zucht.'

Laat zien hoe gekruist rijm werkt en oefen dit met de leerlingen.

Zelf een gedicht maken

Laat de leerlingen zelf een gedicht schrijven op rijm. Laat ze kiezen uit een van de rijmschema's die ze hebben geleerd.

Laat de leerlingen zelf aan de slag gaan en help ze waar nodig. Geef ze tijd om hun gedichten te schrijven.

Presentatie

Laat de leerlingen hun gedichten presenteren aan de klas.

Geef de leerlingen de kans om hun gedichten voor te dragen en geef feedback op hun werk.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.