Vragen? --> onthoud je vraag, dan kom ik zo tijdens het HW maken even langs!
Slide 10 - Slide
Huiswerk vorige les: opdracht 7 - p. 247
- Tekst schrijven van +/- 50 woorden: wat zie je?
- Zoveel mogelijk bn gebruiken
Slide 11 - Slide
Voorbeelden uit andere jaren...
Slide 12 - Slide
Voorbeelden uit andere jaren...
Slide 13 - Slide
Agenda
Landen en 10 min. lezen
Leerdoelen
Exit- ticket woordraadstrategieën
HW schrijfopdracht
HW opdrachten boek nakijken
HW flashcards
Uitleg cursus 1 - §2 Lezen: Onderwerp en hoofdgedachte
Exit- ticket en (HW) opdracht
Slide 14 - Slide
HW opdrachten boek
timer
3:00
Slide 15 - Slide
Agenda
Landen en 10 min. lezen
Leerdoelen
Exit- ticket woordraadstrategieën
HW schrijfopdracht
HW opdrachten boek nakijken
HW flashcards
Uitleg cursus 1 - §2 Lezen: Onderwerp en hoofdgedachte
Exit- ticket en (HW) opdracht
Slide 16 - Slide
Maak flashcards
Je moet voor Nederlands spellingsregels kennen en leren.
Flashcards kunnen je daarbij helpen.
Benodigdheden:
Schaar
Blaadje
Pen
Maak flashcards voor minimaal 2 van de 4 paragrafen die je moet kennen, dus twee van de vier hieronder:
- Hoofletters & leestekens
- Bijvoeglijke naamwoorden
- Meervouden
- Verkleinwoorden
Overhoor jezelf daarna (of elkaar!).
Dit was het huiswerk
Slide 17 - Slide
Samen oefenen
Pak elkaars stapeltje cards en overhoor elkaar om de beurt
Is het antwoord goed? Dan leg je dat kaartje apart.
Neem de hele stapel door of totdat de tijd op is
Na de les: ga je door met de flashcards die je nog niet kent.
Heb je een flashcard die je wel kent?
Dan leer je die om die drie of vijf dagen.
Heb je een flashcard die je nog niet kent? Die leer je elke dag.
timer
10:00
Slide 18 - Slide
Agenda
Landen en 10 min. lezen
Leerdoelen
Exit- ticket woordraadstrategieën nakijken
HW schrijfopdracht nakijken
HW opdrachten boek nakijken
HW flashcards
Uitleg cursus 1 - §2 Lezen: Onderwerp en hoofdgedachte
(HW) opdracht
Slide 19 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 20 - Link
ONDERWERP
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Oriënterend lezen
Uit: p. 10 boek!
Slide 23 - Slide
VOORBEELD
KIJK MEE: p. 19 boek!
WAT IS HET ONDERWERP?
1) GEBRUIK HET SCHEMA P.10
2) GEEF ANTW. OP DE VRAAG: WAAR GAAT DE TEKST OVER?
Slide 24 - Slide
VOORBEELD
WAT IS HET ONDERWERP?
TITEL
geen illustraties
geen tussenkopjes
begin van de tekst lezen (eerste alinea)
Slide 25 - Slide
HOOFDGEDACHTE
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Precies lezen
Uit: p. 10 boek!
Slide 28 - Slide
VOORBEELD
KIJK MEE: p. 19 boek!
WAT IS DE HOOFDGEDACHTE?
1) LEES DE TEKST PRECIES (HELEMAAL)
2) KIJK AAN HET BEGIN EN AAN HET EINDE VAN DE TEKST OF DE HOOFDGEDACHTE DAAR LETTERLIJK STAAT
3) ZO NIET: GEEF ANTWOORD OP DE VRAAG: WAT IS HET BELANGRIJKSTE DAT ER IN DE TEKST OVER HET ONDERWERP GEZEGD WORDT?
Slide 29 - Slide
VOORBEELD
KIJK MEE: p. 19 boek!
WAT IS DE HOOFDGEDACHTE?
1) LEES DE TEKST PRECIES (HELEMAAL)
2) KIJK AAN HET BEGIN EN AAN HET EINDE VAN DE TEKST OF DE HOOFDGEDACHTE DAAR LETTERLIJK STAAT
3) ZO NIET: GEEF ANTWOORD OP DE VRAAG: WAT IS HET BELANGRIJKSTE DAT ER IN DE TEKST OVER HET ONDERWERP GEZEGD WORDT?
Slide 30 - Slide
Vragen?
Slide 31 - Slide
Verschil onderwerp en hoofdgedachte
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Video
OEFENEN
Slide 34 - Slide
Maak opdracht 7, p. 20-21
Je hoeft ALLEEN vragen 1 en 5 te maken
Doe dit zelfstandig en in stilte
Je krijgt hier 5 min de tijd voor
Daarna bespreken we de antwoorden klassikaal
timer
5:00
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Huiswerk maandag 7 oktober
(af)maken: opdracht 7, 8, 9 p. 20 - 22 lesboek
Slide 37 - Slide
1. Schrijven Schrijf op de voorkant van een flashcard een woord, definitie of vraag op en aan de achterkant het antwoord. Omdat je zelf schrijft onthoud je de stof sneller en beter dan dat je het typt.
2. Leren Vervolgens kun je met de flashcards gaan leren. Pak je stapel cards en beantwoord ze stuk voor stuk. Ken je een card? Dan leg je hem apart.
3. Herhalen Je leert alleen elke dag de flashcards die je nog niet kent. Heb je een flashcard die je wel kent? Dan leer je die om die drie of vijf dagen. Heb je een flashcard die je nog niet kent? Die leer je elke dag.
Lesson duration is: 80 min
