This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Verkeersborden
Slide 1 - Slide
timer
1:00
Welke soorten verkeersborden ken je?
Slide 2 - Mind map
de verkeersborden
Verkeersborden hebben niet zomaar een kleur en een vorm. Aan de vorm én de kleur én het teken zie je wat het bord betekent. Er zijn vijf verschillende soorten verkeersborden:
Slide 3 - Slide
Verbodsborden
Verbod is iets wat je niet mag doen.
Je mag hier niet.......
vorm: rond
kleur: wit met rode rand
Slide 4 - Slide
A
Huppelen is niet toegestaan
B
Je mag hier niet alleen over straat
C
Kijk uit voor gevaarlijke mannen
D
Je mag hier niet lopen
Slide 5 - Quiz
Gebodsborden
Gebod is iets wat je moet doen!
Je moet hier.....
vorm: rond
kleur: blauw met witte tekens
Slide 6 - Slide
A
Je moet hier lopen (voetpad)
B
Je moet hier met een volwassene lopen
C
Je moet hier hand in hand lopen
Slide 7 - Quiz
Informatieborden
vierkant of rechthoekige vorm
blauw
wat daar te zien is, zie je aan het teken van het bord
Kijk, hier is......
Slide 8 - Slide
A
.Hier mag je niet spelen.
B
Dit is een woonerf
C
Je verlaat het woonerf.
D
Je verlaat de woonplaats.
Slide 9 - Quiz
Gevaarsborden
'Pas op ....' borden
vorm: driehoek met punt naar boven
kleur: wit met rode rand
In het bord zwarte tekens die de waarschuwing aangeven.
Slide 10 - Slide
A
Pas op, hier is een blaastest.
B
Pas op, kans op zijwind.
C
Pas op, kans op laagvliegende vliegtuigen.
D
Pas op, u nadert een brug, dus kans op wind.
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
A
Je mag hier niet op een paard zitten
B
Het verplichte ruiterpad houdt hier op.
Slide 17 - Quiz
A
Je moet hier de richting van de pijlen volgen.
B
Je moet hier draaien
C
Je moet hier omkeren
D
Kijk hier is een rotonde
Slide 18 - Quiz
A
Je mag hier niet parkeren
B
Je mag hier niet stil staan.
C
Je mag hier niet autorijden
D
Je mag hier niet inhalen
Slide 19 - Quiz
A
Je moet hier links of rechtsaf als je fietst.
B
Je moet hier links afslaan als je fietst.
C
Je moet hier rechts afslaan als je fietst.
D
Je moet hier rechtdoor als je fietst.
Slide 20 - Quiz
A
Je mag hier niet aan twee kanten rijden
B
Je mag hier niet links rijden.
C
Je mag hier niet verder als er tegemoetkomend verkeer is
D
Je mag hier niet rechts rijden.
Slide 21 - Quiz
A
Hier is een fietsenstalling
B
Fietsers en brommers mogen op de weg.
C
Je moet hier fietsen. Bromfietsen moeten hier ook rijden.
D
Je moet hier naar links met je fiets of brommer.
Slide 22 - Quiz
OPDRACHT
Teken op je blad een eigen verkeersbord:
Kies uit: 1. Je mag hier niet slapen, 2. Pas op, overkruipende baby’s,
3. Kijk hier is een speeltuin, 4. Je moet hier touwtje springen.