M1 - periode 2 - les 13- flitsdaten

1d
1 / 37
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1d

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1d

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1e

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Bienvenue!
Unité 2:

Moi et les autres

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat neem je mee naar de les?
ton livre     *     un cahier   *   des stylos

Slide 6 - Slide

En wat waren ook alweer de afspraken?
 
- geen telefoon, oortjes uit
- boek, schrift, pennen, oortjes mee
- niet door elkaar praten, vinger opsteken

Fouten maken mag / moet!

Midden voor het bord = aandacht

praten over familie
 
1. 'flitsdaten'
2. Quizlet live  
3. Planning & exit ticket

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

FLITSDATEN: 
faire un dialogue

Slide 8 - Slide

Pizza bestellen, hoe?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

quizlet live

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

planning

24 januari:       toets luistervaardigheid

Wat moet je leren?
Apprendres van Unité 2

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Exit ticket: Quel âge as tu?
  1. Schrijf het antwoord op, maak een volledige Franse zin.


2.  Wat vond je van de les? Teken een smiley!

Slide 12 - Slide

Op achterkant van blad. Uit je hoofd, zonder op de voorkant te kijken...

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

mon, ma, mes
ton, ta, tes
son, sa, ses
zijn, haar
mijn
jouw

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

mijn familie (v)
A
mon famille
B
ma famille
C
mes famille

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

jouw hond (m)
A
ton chien
B
ta chien
C
tes chien

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

zijn nicht
A
son nièce
B
sa nièce
C
ses nièce

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

haar nicht
A
son nièce
B
sa nièce
C
ses nièce

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

mijn katten
A
mon chats
B
ma chats
C
mes chats

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

oefenen, hoe?

HOE?                        vijf minuten individueel, vragen bewaren
HULP nodig?        overzicht pag 55
ANTWOORDEN?  klassikaal bespreken
KLAAR?                    



 



Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Maak ex 18 (page 58)

HOE?                        vijf minuten individueel, vragen bewaren
HULP nodig?        overzicht pag 55
ANTWOORDEN?  klassikaal bespreken
KLAAR?                   lees ex 19



 



timer
5:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

luisterfragment: invullen & zoeken



exercice 19 & 20, page 58

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

luisterfragment



Mon meilleur ami

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

luisterfragment



exercice 21, page 59

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

welk nieuw woord heb je vandaag geleerd?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Schrijf de vertaling op:

meilleur
à la campagne
mignon
la nouvelle voisine
un cheval
chez
le weekend

timer
10:00
Hulp?
Apprendre 4, 6,  page 65-66

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

VERTAAL: tu as quel âge?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

ik ben 12 jaar
A
je suis onze ans
B
j'ai onze ans
C
je suis douze ans
D
j'ai douze ans

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

20 =
A
cinq
B
dix
C
quatre
D
vingt

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

10 =
A
dix
B
vingt
C
quinze
D
deux

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

6 =
A
six
B
vingt
C
dix
D
deux

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

4 =
A
sept
B
onze
C
huit
D
quatre

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

GEEF DE JUISTE VERTALING:
VIJF

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Parler en français
Comment tu t'appelles?        Je m'appelle ....
Où tu habites?                            J'habite à Bussum.
Quel âge as-tu?                         J'ai onze / douze / treize ans.
Tu as un frère / une soeur?   Oui, j'ai ....
Quel âge as ton frère?             Mon frère a ..... ans.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Exit ticket: Quel âge as-tu?

Schrijf het antwoord op, maak een volledige zin!

Slide 37 - Slide

This item has no instructions