4.1 Leven op het platteland


Hoofdstuk 4: boeren, heren en monniken
§4.1 -  Leven op het platteland
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Hoofdstuk 4: boeren, heren en monniken
§4.1 -  Leven op het platteland

Slide 1 - Slide

Middeleeuwen

Slide 2 - Mind map

Deze les
  • Introductie hoofdstuk 4: boeren, heren en monniken
  • Leerdoelen §4.1: leven op het platteland
  • Uitleg §4.1
  • Aan de slag 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Rond 500: start middeleeuwen (tot ongeveer 1500). Vroege middeleeuwen (500-1000) en late middeleeuwen (1000-1500). In dit hoofdstuk (h4) kijken we alleen naar de vroege middeleeuwen.

Slide 5 - Slide

H4 Boeren, heren en monniken.
Leerdoelen 4.1

  • Je kunt beschrijven hoe de economie in de vroege middeleeuwen in West-Europa veranderde en die veranderingen verklaren. 

  • Je kunt beschrijven hoe een middeleeuws domein eruitzag.

  • Je kunt uitleggen hoe het hofstelsel werkte en welke plaats horigen in dat stelsel hadden. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Grote veranderingen
  • Het Romeinse Rijk valt uiteen, daarmee ook het bestuur en leger en de steden. 

  • Er ontstond een agrarische samenleving; bijna iedereen was boer, bijna geen steden.
    (verandering op economisch gebied)

  • De handel liep terug want de Romeinse wegen werden niet onderhouden en er was veel oorlog. 

Slide 9 - Slide

Domein

Slide 10 - Slide

Wat betekent het woord domein volgens jou?

Slide 11 - Open question


Het domein (1)
  • Mensen trokken naar het platteland want daar was het veiliger en kon men voedsel  verbouwen en dieren houden. 
  • Ze zochten bescherming bij een machtige boer in de buurt--> de heer. 
  • De heer had vaak een leger die hen kon beschermen.  
  • Het gebied waar een heer de baas was noemen we het domein. 

Slide 12 - Slide

Het domein (2)
  • Een domein bestond uit drie delen: woeste gronden, hoeveland en het vroonland. 
  • Het vroonland:  alle opbrengsten van deze akkers gingen naar de heer, hier stond zijn eigen boerderij. 
  • Het hoeveland:  hier woonden de boeren die een gedeelte van de opbrengst van deze akkers mochten houden. Dit waren losse stukjes grond die door de boeren werden bewerkt. 
  • Woeste gronden: bossen, moerassen en rivieren. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Hofstelsel
  • Op het domein waren verschillende boeren. De meeste boeren waren horigen: zij werden eigendom van de heer. (naast horigen waren er ook lijfeigenen)

  • Horigen kregen bescherming door te werken, in ruil voor die bescherming moesten zij hun grond afstaan.

  • Plichten: horigen moesten een deel van de pacht af staan en verplicht werken op het vroonland: herendiensten.  

  • Er waren ook vrije boeren: zij hadden eigen grond en moesten meevechten met de heer. Dat kostte tijd en wapens, daarom werden vrije boeren soms horigen. 

Slide 16 - Slide

Horigen
Werken als boer op akkers:
  •  van een heer
  • hun eigen akkers
  • produceren alles zelf (geen handel meer na val Romeinse Rijk)
  • mochten het domein alleen verlaten met toestemming heer
  • Betaalden pacht aan de heer
  • Herendiensten

Slide 17 - Slide

Dit economische systeem van heren, boeren en herendiensten noemen we het hofstelsel

Slide 18 - Slide

het hofstelsel

Slide 19 - Slide

Exit: hoe werkte het domein in de middeleeuwen?

Slide 20 - Open question

Huiswerk

Maak paragraaf 4.1 in Memo Online 

Slide 21 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe de economie in de vroege middeleeuwen in West-Europa veranderde en die veranderingen verklaren. 

  • Je kunt beschrijven hoe een middeleeuws domein eruitzag.

  • Je kunt uitleggen hoe het hofstelsel werkte en welke plaats horigen in dat stelsel hadden. 

Slide 22 - Slide