Passé Composé met avoir

1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

On va parler du passé composé:

de voltooid tegenwoordige tijd

Slide 2 - Slide

regarde d'abord la vidéo 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

de passé composé 
gebruik je om gebeurtenissen te beschrijven die in het verleden gebeurd zijn....

Slide 5 - Slide

Net als in het Nederlands heb je in het Frans nodig:

een hulpwerkwoord (hebben of zijn)
en
een voltooid deelwoord

Slide 6 - Slide

voorbeeld:

Wij hebben gisteren sushi gegeten
Zij heeft een nieuwe computer gekocht.
Ik ben naar de bioscoop geweest

Slide 7 - Slide

In het Frans gaat dat op dezelfde manier:
hulpwerkwoord = avoir 
+
voltooid deelwoord

Slide 8 - Slide

Hoe maak je het voltooid deelwoord?
très simple!

regelmatige werkwoorden op -er:
parler (stam+é)=parlé
regarder (stam+é)=regardé
écouter (stam+é)=écouté

Slide 9 - Slide

exemples:

Nous avons mangé une pizza.
J'ai regardé un film.
Tu as acheté un coca.

Slide 10 - Slide

BELANGRIJK!

Voor een passé composé heb je dus altijd 2 dingen nodig:
een hulpwerkwoord
en
een voltooid deelwoord

Slide 11 - Slide

De volgende voltooid deelwoorden moet je helaas leren:
  • être                         -   été
  • avoir                       -   eu
  • prendre                -   pris
  • faire                       -   fait
  • pouvoir                -   pu
  • vouloir                  -   voulu

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord van manger?
A
manger
B
mangons
C
mangé
D
mange

Slide 14 - Quiz

Wat is het vooltooid deelwoord van regarder?
A
regardé
B
regardons
C
regarder
D
regardez

Slide 15 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van rigoler?
A
rigoler
B
rigolé
C
rigole
D
rigol

Slide 16 - Quiz


vul nu het juiste antwoord in:
Mon frère ................dans un café (travailler)

Slide 17 - Open question

vul nu het juiste antwoord in
Nous ................une pizza (manger)

Slide 18 - Open question

vul het juiste antwoord in
Elle ............ses grands-parents (visiter)

Slide 19 - Open question

vul het juiste antwoord in:
Pierre et Marie .............les livres (trouver)

Slide 20 - Open question