Signaalwoorden
1 / 22
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Welk tekstverband?
Indien je die iPod besluit te kopen, kun je niet op vakantie
Indien je die iPod besluit te kopen, kun je niet op vakantie
A
Doel-middel
B
Tegenstellend
C
Oorzakelijk
D
Voorwaardelijk
Slide 2 - Quiz
Signaalwoord?
Indien je die iPod besluit te kopen, kun je niet op vakantie
Indien je die iPod besluit te kopen, kun je niet op vakantie
Slide 3 - Open question
Welk verband?
Zij werkte hard om te kunnen overleven.
Zij werkte hard om te kunnen overleven.
A
tegenstellend
B
Voorwaardelijk
C
opsommend
D
doel-middel
Slide 4 - Quiz
Welk signaalwoord?
Zij werkte hard om te kunnen overleven.
Zij werkte hard om te kunnen overleven.
Slide 5 - Open question
Welk verband?
De redactie zal een nieuw blad uitbrengen, mits er genoeg animo is.
De redactie zal een nieuw blad uitbrengen, mits er genoeg animo is.
A
Voorwaardelijk
B
Opsommend
C
Toelichtend
D
Chronologisch
Slide 6 - Quiz
Welk signaalwoord?
De redactie zal een nieuw blad uitbrengen, mits er genoeg animo is.
De redactie zal een nieuw blad uitbrengen, mits er genoeg animo is.
Slide 7 - Open question
Welk verband?
Omdat de verdachte de rechter onderbrak, werd hij geschorst.
Omdat de verdachte de rechter onderbrak, werd hij geschorst.
A
Chronologisch
B
Oorzakelijk
C
Redengevend
D
Voorwaardelijk
Slide 8 - Quiz
Welk signaalwoord?
Omdat de verdachte de rechter onderbrak, werd hij geschorst.
Omdat de verdachte de rechter onderbrak, werd hij geschorst.
Slide 9 - Open question
Welk verband?
Hoewel het veld doorweekt was, trainde het elftal verder.
Hoewel het veld doorweekt was, trainde het elftal verder.
A
Tegenstellend
B
Chronologisch
C
Voorwaardelijk
D
Oorzakelijk
Slide 10 - Quiz
Welk signaal?
Hoewel het veld doorweekt was, trainde het elftal verder.
Hoewel het veld doorweekt was, trainde het elftal verder.
Slide 11 - Open question
Welk verband?
Je hebt 5 onvoldoendes op je rapport, dus zul je beter je best moeten doen.
Je hebt 5 onvoldoendes op je rapport, dus zul je beter je best moeten doen.
A
Tegenstellend
B
Samenvattend
C
Vergelijkend
D
Concluderend.
Slide 12 - Quiz
Welk signaalwoord?
Je hebt 5 onvoldoendes op je rapport, dus zul je beter je best moeten doen.
Je hebt 5 onvoldoendes op je rapport, dus zul je beter je best moeten doen.
Slide 13 - Open question
Welk verband?
Verder geeft de tandarts het advies om beter te poetsen.
Verder geeft de tandarts het advies om beter te poetsen.
A
Opsommend
B
Tegenstellend
C
Toelichtend
D
Voorwaardelijk
Slide 14 - Quiz
Welk signaal?
Verder geeft de tandarts het advies om beter te poetsen.
Verder geeft de tandarts het advies om beter te poetsen.
Slide 15 - Open question
Welk verband?
Drugs gebruiken is gevaarlijk. Zo kan je verslaafd raken, of een erg nare ervaring meemaken.
Drugs gebruiken is gevaarlijk. Zo kan je verslaafd raken, of een erg nare ervaring meemaken.
A
Toelichtend
B
Chronologisch
C
Redengevend
D
Oorzakelijk
Slide 16 - Quiz
Welk signaal?
Drugs gebruiken is gevaarlijk. Zo kan je verslaafd raken, of een erg nare ervaring meemaken.
Drugs gebruiken is gevaarlijk. Zo kan je verslaafd raken, of een erg nare ervaring meemaken.
Slide 17 - Open question
Welk verband?
Al met al kun je stellen dat roken slecht voor je is.
Al met al kun je stellen dat roken slecht voor je is.
A
Samenvattend
B
Concluderend
C
Toelichtend
D
Chronologisch
Slide 18 - Quiz
Welk signaal?
Al met al kun je stellen dat roken slecht voor je is.
Al met al kun je stellen dat roken slecht voor je is.
Slide 19 - Open question
Welk verband?
Eerst moet je een voldoende halen, daarna kun je pas afgemeld worden van de extra lessen. Uiteindelijk haal je een diploma.
Eerst moet je een voldoende halen, daarna kun je pas afgemeld worden van de extra lessen. Uiteindelijk haal je een diploma.
A
Toelichtend
B
Opsommend
C
Chronologisch
D
Voorwaardelijk
Slide 20 - Quiz
Signaalwoorden bij een doel-middelverband
Slide 21 - Mind map
Signaalwoorden bij een opsommend verband
