§ 4.7 Écrire.

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Doel: je kunt beschrijven hoe je eigen kamer eruitziet.

Noem zoveel mogelijk voorwerpen die je in je eigen kamer tegenkomt (en français).

Les:

- Oefening: voorzetsels.

- Herhalen: ontkenning = sandwichregel.

- Luisteren en lezen ex 21.

- Nakijken ex: 17 t/m 20.

Huiswerk:

- Maken § 4.7 ex 26 t/m 29.

- Leren apprendre 5 t/m 9

Bestudeer de voorzetsels

Welk Frans voorzetsel hoort hierbij?

1. sous
2. sur
3. devant
4. dans

Welk Frans voorzetsel past hierbij?

1. sous
2. sur
3. devant
4. dans

Welk Frans voorzetsel past hierbij?

1. sous
2. dans
3. sur
4. devant

Ontkenning

Ne........pas

De ontkenning bestaat in het Frans uit 2 volgende onderdelen:

ne .......... pas

en je vertaalt hem met niet of geen

Wat staat er tussen ne ... pas?

1. niets
2. onderwerp
3. persoonsvorm
4. hele werkwoord

Welke van deze zinnen is ontkennend?

1. Tu parles français?
2. Nous habitons à Lille
3. On aime beaucoup le chocolat
4. Je ne suis pas à l'école

Je ne pas suis français.

1. 
2. 

Maak ontkennend.
Je travaille.
Ik werk.

1. Je ne travaille pas.
2. Je travaille ne pas.
3. Je ne pas travaille.
4. Je pas ne travaille.

Maak ontkennend.
Je mange une pizza.
Ik eet een pizza.

1. Je NE PAS mange une pizza.
2. Je mange NE PAS une pizza.
3. Je NE mange PAS une pizza.

maak ontkennend:
c'est formidable.

1. ce n'est pas formidable
2. c'est ne pas formidable
3. ne c'est pas formidable
4. c'n'est pas formidable

Zelfstandig werken:

- Maken § 4.7 ex 26 t/m 28

- Leren apprendre 5 t/m 9

le drapeau français

rouge

bleu

blanc