Toetsweek

2kb2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2kb2

Slide 1 - Slide

Planning


  • oefentoets
  • movie Project

Slide 2 - Slide

Comparisons
big
bigger
the biggest
Vergelijkingen 

Slide 3 - Slide

big - bigger - biggest

  1. Jij bent groot.    big
  2. Ik ben groter.     bigger
  3. Hij is het grootst.  biggest

bij woorden met 1 lettergreep
er - est 

Slide 4 - Slide

woorden die eindigen op - Y
Happy 
             happier 
                             happiest 


She is ......................(pretty) than me. 
than
 +er
the 
+est
as

crazy 
        crazier 
                    craziest 

Slide 5 - Slide

woorden met meerder lettergrepen
beautiful 
                   more beautiful 
                                                  most beautiful 


more als er than in de zin staat
most als er the in de zin staat. 

Slide 6 - Slide

A tiger is the ................................(dangerous) animal in the jungle.

A
dangerousest
B
dangerouser
C
more dangerous
D
most dangerous

Slide 7 - Quiz

She is ......................................(successful) than the president of America.
A
successfullest
B
successfuler
C
more successful
D
most successful

Slide 8 - Quiz

Henry is .........(lazy) than a fish.
A
Lazyer
B
Lazier
C
Laziest
D
most lazy

Slide 9 - Quiz

Bezit - 's of ' 

Slide 10 - Slide

Voorbeelden
Enkelvoud: achter het woord zet je 's
Het boek van John - John's book
Het boek van Tess - Tess's book
Meervoud, eindigend op -s: zet er alleen een '
Het boek van mijn ouders: My parents' book
Als het meervoud niet eindigt op -s, dan schrijf je 's
Het boek van de mannen - the men's book



Slide 11 - Slide

Verleden tijd - Past simple
Regelmatige werkwoorden eindigen in de verleden tijd op -ed
I worked hard yesterday.
She walked to school last week.
He married her two years ago (y - ied)

Onregelmatige werkwoorden - 2e rijtje (deze werkwoorden moet je uit je hoofd leren. 




Slide 12 - Slide

Meervoud
  1. Standaard:  car - cars          dog - dogs      radio - radios
  2. Sisklank: s, ch, sh, x = +es      bus - buses    match - matches
  3. eindigt op medeklinker o +es : potato - potatoes   tomato - tomatoes
  4. eindigt op medeklinker Y:  city - cities     lady - ladies   hobby - hobbies
  5. eindigt op f / fe:  wolf - wolves   knife - knives 

Slide 13 - Slide

Wat is het meervoud van Pony

Slide 14 - Open question

meervoud van:
bus

Slide 15 - Open question

voornaamwoorden

Slide 16 - Slide

wederkerend voornaamwoord :
ik
me / mijzelf
myself
jij
je / jezelf
yourself
hij/zij/het
zich
himself/herself/itself
wij
ons
ourselves
jullie
je / jezelf
yourselves
zij
zich
themselves

Slide 17 - Slide

Present simple

Als iets een gewoonte is = always / never / all the time / usually 

He - she - it = werkwoord + s
I - you - we - they = hele werkwoord
  • Vragen maken met Do / Does    
Do = I /you/we/they
Does = He/she/it
Does she like pizza?
Do we like football?

  • Ontkenning maken met Don't / Doesn't 
Don't = I/you/we/they
Doesn't = He/she/it
She doesn't like pizza. 
We don't like pizza. 

Slide 18 - Slide

She can’t dress ............ properly
A
yourself
B
myself
C
herself

Slide 19 - Quiz

The computer shuts ...................
off.
A
himself
B
itself
C
themselves
D
yourself

Slide 20 - Quiz

My brother takes pictures of ......
every day.
A
herself
B
himself
C
yourselves
D
ourselves

Slide 21 - Quiz

Max and James .. to school every day
A
cycle
B
cycles

Slide 22 - Quiz

... she live in London?

Slide 23 - Open question

No, we ... like to eat at McDonalds.
A
do
B
don't
C
doesn't

Slide 24 - Quiz

.. you ever eat at McDonalds?
A
Do
B
Does
C
Are

Slide 25 - Quiz

Let's get to work!
  • Oefentoets
  • movieproject

Slide 26 - Slide