This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
2.3. Een verandering in één nacht, 1848
29 november
herhaling 2.2
uitleg 2.3
opgaven
Slide 1 - Slide
29 november
29 november 1830: begin Pools-Russische oorlog
Polen: net als de Nederlanden bufferstaat na 1815, met een Russisch, Pruisisch en Oostenrijks deel
Directe aanleiding is het Russische plan om Pools troepen in te zetten in België. Deze komen op 29 november in opstand
Polen wil meer vrijheid
Polen verliest en wordt ingelijfd bij Rusland
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Lesdoelen
Je kunt het verschil tussen liberalen en conservatieven uitleggen.
Je kunt uitleggen waarom Willem II aan Thorbecke de opdracht geeft om de grondwet aan te passen.
Je kunt de grondwetswijzigingen van Thorbecke uit 1848 benoemen en uitleggen.
Slide 4 - Slide
2 stellingen: 1: Koning Willem-Alexander is verre familie van Willem I 2: Willem-Alexander heeft veel/weinig invloed in het bestuur. Vul de juiste antwoorden in.
A
juist/weinig
B
juist/veel
C
onjuist-weinig
D
onjuist-veel
Slide 5 - Quiz
Waarom werd het verenigd Koninkrijk der Nederland gesticht in 1815?
A
Omdat Koning Willem 1 België en Luxemburg had veroverd op 8 juli 1814
B
Omdat de grote Europese landen een sterk land tussen Frankrijk en de rest van Europa wilde hebben
C
Omdat België, Luxemburg en Nederland altijd al samen één land wilden zijn
D
Omdat Napoleon dat zo had gewild
Slide 6 - Quiz
Koning Willem 1 koos zelf zijn ministers en kon ze ontslaan
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Door wie werden in de tijd van Willem I de leden van de Eerste Kamer gekozen?
A
Bestuurders van de provincie
B
Koning
C
Tweede Kamer
Slide 8 - Quiz
Wie heeft de wetgevende macht?
A
Parlement
B
Regering
C
Rechters
Slide 9 - Quiz
Wat is geen onderdeel van de Trias Politica
A
Wetgevende Macht
B
Ministeriële Macht
C
Uitvoerende Macht
D
Rechtsprekende Macht
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Oorzaken Belgische Revolutie
Officiële taal: Nederlands
Staatsgodsdienst: Protestants
Alle belangrijke banen zijn in het bezit van 'Nederlanders'
Nederland wordt voorgetrokken
Slide 12 - Slide
Gevolgen
Belgische Revolutie
België probeert zich weer bij Frankrijk aan te sluiten, maar dat mislukt.
Een eigen koning: Leopold I (1831)
In 1839 erkent ook Willem I de onafhankelijkheid van België
In 1840 doet Willem I afstand van zijn troon...
Slide 13 - Slide
Liberalen
Liberty = vrijheid
Slide 14 - Slide
|
1830
De Belgen komen
in opstand.
|
1840
Koning Willem II volgt zijn vader op.
Willem II
|
1839
België wordt officieel onafhankelijk.
Slide 15 - Slide
Koning Willem II
1840 - 1849
Slide 16 - Slide
Willem II
Conservatief: alles bij het oude laten
Veel macht voor de vorst en weinig voor de regering en het parlement
Liberalen winnen aan invloed
Slide 17 - Slide
Conservatief vs. liberaal
Koning Willem II wilde het bestuur houden zoals het was = conservatief
Hij wilde weinig inspraak voor het volk
Slide 18 - Slide
Liberalen
Liberalen willen
individuele vrijheid
Weinig overheidsbemoeienis
Slide 19 - Slide
Liberale invloed
Ondertussen in Frankrijk (1848):
Honger vanwege mislukte oogsten
Opstand onder het volk
De koning vluchtte, de liberalen namen de macht over
Frankrijk: monarchie -> republiek
Slide 20 - Slide
Revolutiejaar 1848
Frankrijk: Februarierevolutie
Sicilië: Siciliaanse Revolutie
Duitse landen: Maartrevolutie
Hongarije en Oostenrijk: Hongaarse en Habsburgse Revolutie
Noord-Italië: Risorgimento
Zweden: Maartse Onrust
Zwitserland: Revolutie van Neuchâtel
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Thorbecke
Koning Willem II wilde voorkomen dat dit ook in Nederland gebeurde.
Hij gaf de liberale leider Johan Rudolph Thorbecke de opdracht een nieuwe grondwet te schrijven.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Grondwet van 1848
Burgerlijke vrijheden
- Godsdienstvrijheid
- Persvrijheid
- Vrijheid van verenigingen en vergaderen
- Alle mannen van 23 jaar en ouder die veel belasting betaalden, mochten stemmen
Slide 28 - Slide
Grondwet van 1848
Tweede Kamer: zelf wetsvoorstellen doen (recht van initiatief) en wetsvoorstellen van de regering veranderen (recht van amendement).
Nederland wordt een parlementaire democratie
-> Niet de koning, maar het parlement de hoogste macht.
Slide 29 - Slide
Grondwet van 1848
Hoofd van de ministers: minister-president
Alle ministers bij elkaar:het Kabinet
Ministers waren nu verantwoordelijk voor alles wat de koning deed en zei. De koning was onschendbaar.
Koning:
staatshoofd + regeringsleider
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
parlementaire constitutionele monarchie na 1848
De koning verlies zijn macht.
Hij is ONSCHENDBAAR : wat hij zegt, kan hem niet aangerekend worden.
MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID: de regering is verantwoordelijk voor uitspraken en daden van de koning
Slide 32 - Slide
Nogmaals: de grondwetten van 1815 en 1848
Slide 33 - Slide
Lesdoelen
Je kunt het verschil tussen liberalen en conservatieven uitleggen.
Je kunt uitleggen waarom Willem II aan Thorbecke de opdracht geeft om de grondwet aan te passen.
Je kunt de grondwetswijzigingen van Thorbecke uit 1848 benoemen en uitleggen.
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Video
Veel burgers: liberaal
Liberalen: individuele vrijheid voorop!
Maar geen fan van gelijke rechten voor de armere bevolking
Voor de armere waren er de socialisten: gelijke rechten