Niet elke tekst kun je benoemen als een uiteenzetting, een betoog of een beschouwing. Er bestaan ook mengvormen van tekstdoelen. Sommige teksten hebben meerdere doelen. Het gaat dan meestal om een combinatie van:
informeren en overtuigen;
overtuigen en activeren;
opiniëren en overtuigen;
activeren en opiniëren.
Slide 7 - Slide
Hoe bepaal je de mengvorm?
Bedenk wat het belangrijkste doel is dat de schrijver heeft met de tekst: wil hij vermaken, je overtuigen of iets uitleggen?
Controleer of de hoofdgedachte past bij de tekstsoort
Stel vast welke elementen de schrijver nog meer gebruikt.
Bijvoorbeeld: de schrijver geeft veel informatie, maar zijn doel is overtuigen. De mengvorm is dan betogende tekst met uiteenzettende elementen.
Slide 8 - Slide
Kritisch lezen
Betrouwbaarheid van teksten
klas 4 Nederlands
Slide 9 - Slide
Doel van de les
Hoe kun je uitzoeken of een tekst betrouwbaar is?
Je weet waarop je moet letten
Slide 10 - Slide
Hoe controleer jij of een tekst betrouwbaar is of niet?
Slide 11 - Open question
Betrouwbaarheid teksten
Deskundigheid auteur;
Datum van publicatie;
Actualiteit
Objectiviteit;
Taalgebruik;
Feiten of meningen;
Gebruik van bronnen.
Slide 12 - Slide
Betrouwbaarheid teksten
Bij betoog letten op correctheid van de argumentatie:
Is het standpunt duidelijk?
Worden mening en argumenten voldoende onderbouwd en met feiten?
Worden er tegenargumenten genoemd en weerlegd?
Is er sprake van een redeneerfout?
Slide 13 - Slide
Dekundigheid van de auteur
Slide 14 - Slide
Datum van publicatie
Hoe ouder, hoe onbetrouwbaarder
Geldt ook voor onderzoek, zeker als er al een nieuwer onderzoek is.
Slide 15 - Slide
Objectiviteit
Feiten en meningen
Voor- en nadelen
Wie is de schrijver?
Heeft hij al een voorkeur?
Slide 16 - Slide
Feiten en meningen
Feiten: controleerbaar
Meningen: opvattingen, waarderende uitspraken
Een betrouwbaar artikel is
gebaseerd op feiten
Slide 17 - Slide
Taalgebruik
Slide 18 - Slide
Gebruik van bronnen
Naar welke bronnen wordt er verwezen?
Zijn dat betrouwbare bronnen?
Sites die niets verkopen, feiten
bevatten en waarin informatie staat
die je op andere websites ook ziet,
zijn vaak wel betrouwbaar.
Slide 19 - Slide
Rectificeren
Betrouwbare bronnen rectificeren bij fouten
Slide 20 - Slide
Aan de slag!
Slide 21 - Slide
Huiswerk
Neem NN-boek + leesboek mee.
Dinsdag 11 oktober 16 mei: H2, P5 opdr. 1 en 2 af.