Blok 8 week 2 les 4

Spelling Blok 8 Week 2 Les 4
1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Spelling Blok 8 Week 2 Les 4

Slide 1 - Slide

tropisch woorden

Slide 2 - Mind map

T.T. V.T. of Volt.T.
Ik sneed de biet in stukjes.
A
T.T.
B
V.T.
C
Volt.T.

Slide 3 - Quiz

T.T. V.T. of Volt.T.
Hij kookt de sterren van de hemel.
A
T.T.
B
V.T.
C
Volt.T.

Slide 4 - Quiz

T.T. V.T. of Volt.T.
Heb jij zout bij de vis gedaan?
A
T.T.
B
V.T.
C
Volt.T.

Slide 5 - Quiz

T.T. V.T. of Volt.T.
Zij knoeide op haar nieuwe blouse.
A
T.T.
B
V.T.
C
Volt.T.

Slide 6 - Quiz

Typ de categorie(ën) in goede volgorde met een - ertussen (geen spaties, bijv.: 1-2-3)
het statiegeld

Slide 7 - Open question

Typ de categorie(ën) in goede volgorde met een - ertussen (geen spaties, bijv.: 1-2-3)
de zebra's

Slide 8 - Open question

Typ de categorie(ën) in goede volgorde met een - ertussen (geen spaties, bijv.: 1-2-3)
slaperige

Slide 9 - Open question

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Slide 10 - Open question

Typ het woord nu nog een keer goed:
de boevenbende

Slide 11 - Open question

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Slide 12 - Open question

Typ het woord nu nog een keer goed:
tragisch

Slide 13 - Open question

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Slide 14 - Open question

Typ het woord nu nog een keer goed:
de scherven

Slide 15 - Open question

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Slide 16 - Open question

Typ het woord nu nog een keer goed:
de arrestatie

Slide 17 - Open question

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Slide 18 - Open question

Typ het woord nu nog een keer goed:
de cellen

Slide 19 - Open question

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Slide 20 - Open question

Typ het woord nu nog een keer goed:
zij hinkelen

Slide 21 - Open question

Luister naar de zin en typ.
(zonder categorieën)

Slide 22 - Open question

Typ de zin nu nog een keer goed:
Jij stopt nu meteen met die pesterij!

Slide 23 - Open question

Kruis een tropisch woord aan
A
Chilisaus
B
Binnenstad
C
Toeristisch
D
Extreem

Slide 24 - Quiz

Welke twee categorieën zitten erin?
technisch
A
luchtwoord (van het versje)
B
kilowoord
C
tropischwoord
D
hakwoord

Slide 25 - Quiz

Welke categorieën zitten in dit woord?

de apotheek
A
klankgroepenwoord, tropischwoord
B
klankgroepenwoord, kilowoord, theewoord
C
klankgroepenwoord, klankgroepenwoord, theewoord
D
klankgroepenwoord, tropischwoord, klankgroepenwoord

Slide 26 - Quiz

Welk tropisch-woord is goed geschreven?
A
Troopisch
B
Elektries
C
Technisch
D
Medisch

Slide 27 - Quiz

Welk woord hoort bij de categorie "tropisch woord"?
A
zomervakantie
B
fantastisch
C
slippers
D
zonnig

Slide 28 - Quiz

Welk woord hoort bij de categorie "tropisch woord"
A
luchtbed
B
zomervakantie
C
fantastisch
D
broodjes

Slide 29 - Quiz