SPA 2A 2021-10-06 WOE

Plan de hoy Plan van vandaag
  1. Leren / voorbereiden voor de toets (LE, D-toets, werkbladen)
  2. Eventueel meedoen met extra uitleg grammatica H5
  3. Laatste 10 minuten : quizje voca H5 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Plan de hoy Plan van vandaag
  1. Leren / voorbereiden voor de toets (LE, D-toets, werkbladen)
  2. Eventueel meedoen met extra uitleg grammatica H5
  3. Laatste 10 minuten : quizje voca H5 

Slide 1 - Slide

Imperativo Gebiedende wijs
Als je een bevel/instructie geeft aan één persoon, gebruik je de derde vorm van het rijtje dat je al kent:
>>> ¡Toma una horchata! Neem een horchata! (tomar)

Als je een bevel/instructie geeft aan twee of meer personen, vervang je de laatste -r van het hele werkwoord door een -d:
>>> ¡Escribid una carta! Schrijf een kaart! (escribir)

Slide 2 - Slide

Vul de juiste vorm van de gebiedende wijs in:

(Visitar, vosotros) ___ a la abuela!

Slide 3 - Open question

Vul de juiste vorm van de gebiedende wijs in:

(Visitar, tú) ___ la asociación protectora de animales!

Slide 4 - Open question

Vul de juiste vorm van de gebiedende wijs in:

(Volver, tú) ___ aquí ahora mismo!

Slide 5 - Open question

Vul de juiste vorm van de gebiedende wijs in:

(Escribir, tú) ___ tu nombre!

Slide 6 - Open question

Vul de juiste vorm van de gebiedende wijs in:

(Elegir, vosotros) ___ un bocadillo ya!

Slide 7 - Open question

Vul de juiste vorm van de gebiedende wijs in:

(Volver, vosotros) ___ aquí!

Slide 8 - Open question

Querer, preferir Willen, liever hebben
Dit zijn 'laars'werkwoorden. De vormen binnen de laars krijgen een extra 'i' in de stam (e>ie):

PREFIERO
PREFIERO
PREFIERES
PREFIERE
PREFIEREN
PREFERIMOS
PREFERÍS
PREFERIR

Slide 9 - Slide

Sara y Elena (querer) ___ hablar conmigo.

(Sara en Elena willen met mij praten.)

Slide 10 - Open question

Yo (querer) ___ jugar con mi mascota todo el día.

(Ik wil de hele dag met mijn huisdier spelen.)

Slide 11 - Open question

Juan no (querer) ___ trabajar hoy.

(Juan wil vandaag niet werken.)

Slide 12 - Open question

Javi y yo no bebemos café, (preferir) ___ agua.

Slide 13 - Open question

Elena no quiere tener un perro, (preferir) ___ tener un gato.

Slide 14 - Open question

¿Qué (preferir) ___ vosotros, el chocolate o la fruta?

Slide 15 - Open question

Preposición 'a' Voorzetsel 'a'
Wanneer een leidend voorwerp van een zin een persoon is, komt er een 'a' vóór het leidend voorwerp, behalve bij tener:
>>> Veo a mis amigos Ik zie mijn vrienden
>>> Veo al profesor Ik zie de docent (Let op: a + el = al)

Als het leidend voorwerp niet menselijk is, komt er ook geen 'a':
>>> Veo la playa Ik zie het strand

Slide 16 - Slide

Los chicos saludan ____ sus amigos.
a
geen a

Slide 17 - Poll

Javi y María ven ____ una foto bonita.
a
geen a

Slide 18 - Poll

Yo tengo ____ tres hermanos y dos hermanas.
a
geen a

Slide 19 - Poll

Vocabulario U5 Woordenschat H5

Slide 20 - Slide

Javi drinkt een glas melk.

Slide 21 - Open question

Ik heb honger. Ik wil een belegd broodje.

Slide 22 - Open question

Wat neem je? Er is van alles.

Slide 23 - Open question

Voor mij, een glas sap en wentelteefjes.

Slide 24 - Open question

Het verjaardagsfeest is leuk.

Slide 25 - Open question

¡De cadeaus zijn te gek! Bedankt!

Slide 26 - Open question