Herhaling categorie 1 t/m 5

Categorie 1 t/m 5
Lesdoel:
Ik heb aan het einde van de les de eerste vijf categorieën herhaald.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Categorie 1 t/m 5
Lesdoel:
Ik heb aan het einde van de les de eerste vijf categorieën herhaald.

Slide 1 - Slide

Schrijf 5 hakwoorden op.
timer
1:00

Slide 2 - Open question

Schrijf 5 zingwoorden op.

Slide 3 - Open question

Schrijf de juiste woorden op bij de plaatjes.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is GEEN luchtwoord?
A
de archeoloog
B
het chloor
C
chronisch
D
reacheren

Slide 7 - Quiz

Schrijf 3 plankwoorden op.

Slide 8 - Open question

Schrijf het verkleinwoord op:
de beloning --> 
de stroming -->
de woning -->

Slide 9 - Slide

Schrijf zoveel mogelijk woorden met -eer, -oor, -eur op de juiste plek.

Slide 10 - Slide

-aai, -ooi, -oei

Slide 11 - Mind map

-eeuw, -ieuw

Slide 12 - Mind map

Welk woord is juist geschreven?
A
beroemd
B
beroemt

Slide 13 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
specialiteit
B
specialiteid

Slide 14 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
angstaanjagent
B
angstaanjagend

Slide 15 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
het privébezit
B
het privébezid

Slide 16 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
de thermostaad
B
de thermostaat

Slide 17 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
de avond
B
de avont

Slide 18 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
de krap
B
de krab

Slide 19 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
het spinnenweb
B
het spinnenwep

Slide 20 - Quiz

Schrijf zoveel mogelijk woorden op met als voorvoegsel be-, ge- of ver-.

Slide 21 - Slide

Schrijf zoveel mogelijk woorden op met als achtervoegsel -ig of -lijk.

Slide 22 - Slide