VP/VIG/MZ begeleiding in de GGZ

VP/ VIG/ MZ zorg in de GGZ/GHZ
  1. Wetgeving en verplichte zorg, gedwongen opname
  2. Herstel gerichte benadering
  3. Handelen in crisissituaties
  4. De-escalerende benadering
  5. Motiverende gespreksvoering
  6. Werken met een signaleringsplan en preventie
  7. Nazorg verlenen

1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VP/ VIG/ MZ zorg in de GGZ/GHZ
  1. Wetgeving en verplichte zorg, gedwongen opname
  2. Herstel gerichte benadering
  3. Handelen in crisissituaties
  4. De-escalerende benadering
  5. Motiverende gespreksvoering
  6. Werken met een signaleringsplan en preventie
  7. Nazorg verlenen

Slide 1 - Slide

Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)
 Deze wet regelt de relatie tussen de zorgverlener en de patiënt, inclusief informed consent en het recht op informatie over de behandeling.

Slide 2 - Slide

Wet BOPZ (Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen):
 Deze wet regelde gedwongen opnames en dwangbehandelingen in de psychiatrie. In Nederland is de BOPZ per 1 januari 2020 vervangen door de Wet Verplichte GGZ (Wvggz) en de Wet Zorg en Dwang (Wzd).

Slide 3 - Slide

Wet Verplichte GGZ (Wvggz):
 In Nederland regelt deze wet de mogelijkheid om zorg te verlenen aan personen met een psychische stoornis die een gevaar vormen voor zichzelf of anderen. Het doel is om verplichte zorg zoveel mogelijk te beperken en rekening te houden met de autonomie van de patiënt.

Slide 4 - Slide

Wet Zorg en Dwang (Wzd):
 Van toepassing op mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening. Het reguleert onvrijwillige zorg en dwangmaatregelen, met nadruk op de rechten en het welzijn van de persoon.

Slide 5 - Slide

Minder bekende wetten:
Privacywetgeving: Deze wet regelt hoe persoonlijke gegevens in de GGZ 
 Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
Anti-discriminatie wetten: bescherming tegen discriminatie op basis van mentale gezondheid

Slide 6 - Slide

Welke wetgeving geeft individuen het recht op informatie over hun behandeling en het recht om toestemming te geven voor medische procedures in de geestelijke gezondheidszorg?
A
AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming)
B
WGBO (Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst)
C
WvGGZ (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg)
D
WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning)

Slide 7 - Quiz

2.Herstel gerichte benadering
  • bieden van ondersteunende zorg
  • begeleiding en motiveren van herstel
  • multidisciplinaire samenwerking met doelen en interventies bepalen
  • Triade: samenwerken met zorgvrager, hulpverleners en naasten 

Slide 8 - Slide

EMDR Therapie
  • EMDR staat voor "Eye Movement Desensitization and Reprocessing," in het Nederlands bekend als "Eye Movement Desensitization and Reprocessing." 
  •  de behandeling van traumagerelateerde symptomen.
  • Tijdens een EMDR-sessie zal de therapeut de patiënt vragen om zich op een traumatische herinnering te concentreren, terwijl ze tegelijkertijd afleidende stimuli aanbieden, zoals het volgen van de vingers van de therapeut met hun ogen. Dit proces wordt meerdere keren herhaald en kan variëren afhankelijk van de specifieke behoeften van de patiënt.

Slide 9 - Slide

ACT therapie
"ACT" staat voor "Acceptance and Commitment Therapy," in het Nederlands bekend als "Acceptance en Commitment Therapie."

  •  gedragstherapie die gericht is op het vergroten van psychologische flexibiliteit door middel van acceptatie, bewustzijn en het richten op waardevolle doelen.
  • het vermijden van negatieve gedachten en emoties uiteindelijk leidt tot meer lijden. 
  • aanmoedigen om deze gevoelens te accepteren en zich te concentreren op wat echt belangrijk  is in het leven. 
  • Het doel is om psychologische flexibiliteit te ontwikkelen, zodat mensen kunnen reageren op moeilijke situaties op een manier die in lijn is met hun waarden en doelen.

Slide 10 - Slide

CBT therapie
  • CBT staat voor "Cognitieve Gedragstherapie" (Cognitive Behavioral Therapy). 
  •  aanpakken van negatieve denkpatronen en gedragingen die verband houden met psychische problemen.
  • onze gedachten, gevoelens en gedragingen met elkaar verweven zijn en elkaar beïnvloeden
  • het identificeren van negatieve of onrealistische gedachten.
  •  de patiënt wordt uitgedaagd om  alternatieve, gezondere gedachten te ontwikkelen.

Slide 11 - Slide

IPT therapie
"IPT" staat voor "Interpersoonlijke Psychotherapie
  •  focussen op de kwaliteit van interpersoonlijke relaties.
  •  het idee is dat psychische problemen vaak verband houden met moeilijkheden in de relaties met anderen, zoals conflicten, rouw, veranderingen in sociale rollen of sociaal isolement.
  • De therapie helpt patiënten om beter te begrijpen hoe hun symptomen verband houden met hun interacties met anderen 
  • en hoe ze gezondere manieren kunnen ontwikkelen om met sociale situaties om te gaan.

Slide 12 - Slide

Welke van de volgende is een belangrijk doel van psycho-educatie in de psychiatrie?
A
Het voorschrijven van medicatie
B
Het aanleren van coping-strategieën
C
Het vermijden van sociaal contact
D
Het diagnosticeren van psychische aandoeningen

Slide 13 - Quiz

Wat is een veelgebruikte vorm van psychotherapie in de psychiatrie die gericht is op het aanpakken van negatieve denkpatronen en gedragingen?
A
EMDR
B
ACT
C
CBT
D
IPT

Slide 14 - Quiz

3.Handelen in crisissituaties

Slide 15 - Slide

Verpleegkundige interventie bij een crisissituatie
  1. Zorg voor back-up
  2. Geef instructies aan opgeroepen hulpverleners
  3. Hou rekening met de beperkingen van die hulpverleners
  4. Bij lichamelijke overmeestering, zo min mogelijke strijd
  5.  Zorg voor afronding van de situatie (rapportage en registratie)

Slide 16 - Slide

verpleegkundige coördinatie bij crisissituatie
  1. Situatie overzien en protocol gebruiken
  2. Snel ingrijpen om gevaar af te wenden
  3. Duidelijke communicatie tussen hulpverleners, afstemmen van taken
  4. evaluatie van situatie , relativeren, eigen grenzen aangeven, uiten van eigen emotie. Vraag feedback!

Slide 17 - Slide

afronding crisissituatie
Registratieformulier bij dwang (ook na incident)
rapportage en evaluatie met naasten, familie, gedragsdeskundige en leidinggevende

Slide 18 - Slide

Wat is een belangrijke eerste stap bij het handelen in een crisissituatie?
A
negeren van de zorgvrager
B
Direct professionele hulpdiensten bellen.
C
fysiek ingrijpen
D
dominantie laten gelden

Slide 19 - Quiz

4.De-escalerende benadering
Om agressie en onbegrepen gedrag aan te pakken, is het belangrijk om:

Slide 20 - Slide

  1. Observeren en communiceren: Let op non-verbale signalen
  2. Preventie: Identificeer triggers
  3. De-escalatie en teamwork
  4. Begeleidingsplan met duidelijke doelen en beschreven interventies
  5. Zelfzorg: Zorg goed voor jezelf!

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Aspecten bij begeleiding bij een psychose
1.Psycho-educatie: Voorzie de patiënt en hun familie van informatie over psychose
2.Medicatiebeheer: Werk samen met een psychiater om de juiste medicatie voor de patiënt voor te schrijven en te monitoren.
3.Symptoommanagement: Leer de patiënt coping-strategieën aan om om te gaan met negatieve symptomen.

Slide 23 - Slide

4.Ondersteuning van het sociale netwerk: Betrek familie en vrienden bij de behandeling
5.Herstelgerichte benadering: moedig de patiënt aan om hun eigen doelen te stellen
6.Veiligheid en crisismanagement: stel een crisisplan op, zodat de patiënt weet wat te doen in geval van nood.
7.Follow-up

Slide 24 - Slide

Welk van de volgende symptomen is kenmerkend voor een psychose?
A
hallucinaties en wanen
B
apathie met weigeren eten en drinken
C
vergeetachtigheid en somberheid
D
huilen en lachen opvolgend

Slide 25 - Quiz

5. motiverende gesprekstechnieken 
Uitgangspunten
1) er is een gelijkwaardige relatie (coöperatief)
2) gebruik kennis (evocatief vragen)
3) toon respect

Slide 26 - Slide

(motiverende )gesprekstechnieken in de psychiatrie
  1. Actief luisteren: Toon oprechte interesse
  2.  Bevestig hun gevoelens 
  3. Empathie tonen:   zonder te oordelen.
  4. Open vragen stellen
  5. Confronteren: spiegelen van eigen gedrag

Slide 27 - Slide

6. Samenvatten:  om te laten zien dat je de inhoud begrijpt en om de patiënt te helpen belangrijke inzichten te benadrukken.
7. Gebruik van stiltes (KOE: kaken op elkaar)
8. Non-verbale communicatie: van jezelf en van anderen
9. Bevestiging en positieve versterking: Geef positieve feedback

Slide 28 - Slide

10.Reflecteren: Herhaal in je eigen woorden wat de patiënt heeft gezegd om te laten zien dat je hun gedachten begrijpt en om eventuele misverstanden te voorkomen.

Slide 29 - Slide

Wat is een belangrijk principe bij het omgaan met escalatie van conflicten in de psychiatrie
A
Onmiddellijk fysiek ingrijpen om de situatie te beheersen.
B
Het negeren van verbale agressie om verdere escalatie te voorkomen.
C
Actief luisteren en empathie tonen om de spanning te verminderen
D
De patiënt isoleren zonder verdere communicatie.

Slide 30 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van motiverende gesprekstechnieken?
A
Het afdwingen van gedragsverandering bij de patiënt
B
Het bieden van medisch advies aan de patiënt
C
Het vergroten van de motivatie van de patiënt voor gedragsverandering
D
Het beoordelen van de mentale gezondheid van de patiënt.

Slide 31 - Quiz

6.Werken met een signaleringsplan en preventie
Multidisciplinaire aanpak 
Omgevingsfactoren in beeld ?
Individuele aanpak in een begeleidingsplan

Slide 32 - Slide

Per fase, in het signaleringsplan, gebruik maken van typering
Fase "0": zorgvrager is in evenwicht
Fase 1: z.v. bouwt spanning op
Fase 2: z.v. is onrustig en gespannen
Fase 3: z.v. laat agressie zien (escalatie)
Fase 4: na escalatie , zorgvrager reacties (schuldig voelen, verdrietig , apatisch)
NB: per fase een eigen benaderingswijze per individu

Slide 33 - Slide

Wat is een cruciale observatie bij een patiënt met een verhoogd risico op agressie
A
medicijn inname
B
frequente observatie
C
ochtend stemming
D
gebruik van middelen

Slide 34 - Quiz

Welke vaardigheid is essentieel voor een verpleegkundige bij het omgaan met agressie en onbegrepen gedrag in de psychiatrie?
A
vermijding
B
assertiviteit
C
hulpvraag formuleren
D
isoleren zorgvrager

Slide 35 - Quiz

7. Nazorg verlenen

Slide 36 - Slide

Nazorg na opname in de psychiatrie
 Doel is dat de patiënt een succesvolle overgang heeft van de klinische setting naar het dagelijks leven. 
En de patiënt te ondersteunen bij het behouden van stabiliteit, het bevorderen van herstel en het voorkomen van terugval.

Slide 37 - Slide

Onderdelen van de nazorg
Opstellen van een behandelplan, opstellen crisisplan (triggers)
Regelmatige follow-up, terugvalpreventie
Medicatiebeheer
Psycho-educatie, therapie en coping-strategieën
Ondersteuning van het sociale netwerk, zelfhulpgroepen

Slide 38 - Slide

Wat is een belangrijk aspect van nazorg na opname in de psychiatrie?
A
psycho educatie voor zorgvrager en naasten
B
een follow up gesprek
C
medicatie overdragen aan de huisarts
D
zorgvrager een hobby geven

Slide 39 - Quiz

Begrippen bij crisissituatie
TAVA= teamgerichte analyse van agressie incidenten
BOT= Bedrijfs opvangteam
HIC= High en Intensive Care
GV= geneeskundige verklaring (vastlegging van feiten, gevaar)
Triade = samenwerking met client, hulpverlening en naasten

Slide 40 - Slide