Les 5 Zoogdieren

1 / 35
next
Slide 1: Slide
KdnBasisschoolGroep 8

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

LES 5 (4) ZOOGDIEREN

Slide 2 - Slide

3

Slide 3 - Video

00:03
Zoogdieren zijn ..................
A
koudbloedig
B
warmbloedig

Slide 4 - Quiz

00:06
Zoogdieren zijn niet afhankelijk van de zon om warm te worden!
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

00:16
De vrouwtjes baren levende jongen.
A
niet waar
B
waar

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

A. KENMERKEN
LESBOEK

Slide 8 - Slide

A. Kenmerken
Hoe weet je of een dier een zoogdier is?
  • Alle zoogdieren hebben zeven kenmerken:
  1. worden levend geboren. 
  2. drinken alle zoogdieren melk bij hun moeder.
  3. hebben longen om adem te halen.
  4.  hebben haren. 
  5. hebben een skelet. 
  6. hebben zweetklieren, 
  7. hebben een constante lichaamstemperatuur (warmbloedig)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Hoeveel kenmerken hebben zoogdieren
A
5
B
4
C
7
D
2

Slide 11 - Quiz

Hoe worden zoogdieren geboren?
A
Uit het ei
B
Ze worden levend geboren.

Slide 12 - Quiz

Door wat ademen de zoogdieren
A
Door de longen
B
Door de maag

Slide 13 - Quiz

Alle zoogdieren hebben...........

Slide 14 - Open question

Zoogdieren hebben een skelet.
Wat betekent dat eigenlijk?
A
Dat betekent dat ze zweten
B
Dat betekent dat ze botten hebben die ervoor zorgt dat ze overeind blijven staan.

Slide 15 - Quiz

Noem de 3 zeezoogdieren op.
A
Dinosaurussen,hamster,eekhoorns
B
dolfijnen,walvissen en bruinvissen

Slide 16 - Quiz

B. OVERLEVEN
LESBOEK

Slide 17 - Slide

Enkele zoogdieren

Slide 18 - Slide

Zoogdieren hadden een constante temperatuur en konden 's avonds ............ en ..............

Slide 19 - Open question

De eerste zoogdieren waren ......... en ........en leefden vooral 's nachts
A
groot en langzaam
B
klein en snel

Slide 20 - Quiz

Waar verbleven deze zoogdieren overdag?
A
onder de grond
B
op het land
C
in water
D
op hoge bergen

Slide 21 - Quiz

Wanneer stortte er een komeet op aarde ?
A
10 miljoen jaar geleden
B
100 miljoen jaar geleden
C
30 miljoen jaar geleden
D
66 miljoen jaar gelden

Slide 22 - Quiz

Wat was de snelheid van de komeet
A
250 km per/uur
B
10 km/uur
C
50.000 km/uur
D
100.000 km/uur

Slide 23 - Quiz

Werkboek blz.7
Opdracht 1

Slide 24 - Slide

Antwoorden opdr.1
a. skelet
b. warmbloedig
c haren
d levend
e melk
f  zweten
g longen

Slide 25 - Slide

 werkboek blz.7
Opdracht 2
Vertel de gevolgen van de foto hieronder

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Antwoorden
Er was een totale vernietiging
Door stof,dat heel lang in de lucht bleef,kwam zon niet meer en veranderde het klimaat.
Veel planten stierven en ook veel planteneters.
70% van alle dieren op de aarde stierf uit.

Slide 28 - Slide

C. De mens
LESBOEK

Slide 29 - Slide

Je hebt gehoord dat de mens afstamt van de apen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Apen zijn een soort.......
A
mensenapen
B
andere soorten
C
chimpansees
D
gorilla

Slide 31 - Quiz

Werkboek blz.7
Opdracht 2
Zet de beteknis erachter

Slide 32 - Slide

Antwoord
* Homo Habilis : de gereedschap gebruiken de mens
* Homo Erectus: de rechtlopende mens
* Homo Sapiens: de wetende mens

Slide 33 - Slide

Welk antwoord is juist
Wie zijn Homo Sapiens?
A
de gereedschap gebruikende mens
B
de rechtop lopende mens
C
de wetende mens

Slide 34 - Quiz


EINDE LES

Slide 35 - Slide