Leesvaardigheid 3

Welkom 2hva
We beginnen met 10 minuten stil lezen in je leesboek.
Geen leesboek? Je schrijft vier alinea's over van een fictieverhaal uit je lesboek
timer
10:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 2hva
We beginnen met 10 minuten stil lezen in je leesboek.
Geen leesboek? Je schrijft vier alinea's over van een fictieverhaal uit je lesboek
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesplanning
1. Theorie leesvaardigheid 
2. Nabespreken huiswerk leesvaardigheid (blok 3 opdracht 2 en 3) 
3. Vragen over opdrachten spelling (gisteren)
4. Nakijken huiswerk Lezen blok 3 opdracht 2 en 3 en maken opdracht 7 van lezen blok 3

Slide 2 - Slide

Theorie leesvaardigheid
Signaalwoorden en tekstverbanden
tekstverband = verband tussen alinea's onderling (alineaverband) of tussen zinnen binnen een alinea (zinsverband)

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden
Wat zijn ook al weer signaalwoorden?
Voorbeeld?
1. Alleen en in stilte (1 minuut): schrijf zoveel mogelijk signaalwoorden op
2. Met je groepje (2 minuten): deel met elkaar de signaalwoorden die je hebt opgeschreven. 
3. Klassikaal nabespreken

Slide 4 - Slide

Soorten verbanden
uitspraak-opsomming: ook, bovendien, ten eerste, ten tweede, verder
uitspraak- voorbeeld: zo(als), (bij)voorbeeld
uitspraak-tegenstelling: maar, echter, toch, integendeel
uitspraak-conclusie: dus, concluderend

Slide 5 - Slide

Uitleg
Zin z is een tegenstelling op de uitspraak in zin y wat je kunt zien aan het signaalwoord maar:
Autorijden is heel erg leuk, maar het is slecht voor het milieu.
uitspraak: autorijden is heel erg leuk
tegenstelling: het is slecht voor het milieu

Slide 6 - Slide

Bespreken huiswerk
Je hebt voor vandaag gemaakt: opdracht 2 en 3 bij tekst 5
Vragen?
Niet gemaakt? Zorg dat je dat zo als eerste gaat doen, na de uitleg over spelling.

Slide 7 - Slide

Vragen over opdrachten spelling
Theorie spelling:
meervoud bij zelfstandig naamwoorden: baby's, secondes/seconden, knieën-bacteriën, museum-musea enz.
meervouds-n bij verwijzingen: het verschil tussen beide en beiden

Slide 8 - Slide

Uitleg
Geen -n als je verwijst naar dingen of dieren: ik koop beide boeken. Ik kan niet kiezen tussen deze twee boeken. Ik koop beide.
Wel een -n als verwijst naar mensen en er geen zelfstandig nw achter staat:
beide jongens hebben honger
Max en Teun gaan eten. Ze hebben beiden honger.

Slide 9 - Slide

Lezen en maken
Wie huiswerk NIET af had, gaat dit eerst doen. Dan verder met:
Lezen blok 3 tekst 8 lezen en opdracht 7 vraag 1-9 maken.
Klaar? ga verder met vraag 10-16 en maak opdracht 6.
Of maak de opdrachten voor spelling af als je die gisteren nog niet af had.

Slide 10 - Slide

Huiswerk voor vrijdag
Afmaken lezen blok 3 opdracht 7 en maken opdracht 6
Afmaken spelling blok 3 opdracht 1, 2, 3 en 4
Bestuderen theorie spelling, blz 129 en 130. Vrijdag dictee!

Slide 11 - Slide