bewegingsapparaat

Bewegingsapparaat
1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bewegingsapparaat

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Het bewegingsapparaat
Doelen voor vandaag: 
- Je kunt benoemen hoe het skelet in elkaar zit
- Je kunt een aantal soorten gewrichten benoemen
- Je kunt benoemen hoe botten en spieren werken in combinatie met met elkaar

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het skelet
206 botten

Functies:
- Stevigheid en vorm
- Bescherming tere organen
- Aanhechtingsplaats spieren
- Aanmaak van bloedcellen en bloedplaatjes
- opslagplaats van kalk

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel botten heeft een volwassenen?
A
196
B
206
C
216
D
226

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Botten

  • Ongeveer 206 botten
  • Allerlei verschillende soorten

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

4 soorten beenverbindingen (hoe botten aan elkaar zitten

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan het dat ouderen sneller een bot breken dan jongeren?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Spieren
Zonder spieren kunnen  botten en gewrichten niet bewegen.

  • Dwarsgestreepte spieren Willekeurig
  • Gladspierweefsel
    Onwillekeurig
  • Hartspierweefsel
    Dwarsgestreept, onwillekeurig

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Spieren en pezen
Pezen: 
verbinding tussen bot en spier

Spieren: beweging maken
samentrekken en ontspannen
antagonistspieren (werken samen, maar hebben tegengestelde functie, biceps-triceps, Hamstring en quatriceps)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Gewrichten
- Scharniergewricht
(boven naar beneden, vingers)
- Kogelgewricht
(rondom draaien, kogel, schouders)
- Rolgewricht
(draaien van links naar rechts, onderarm, spaakbeen-ellepijp)
- Zadelgewricht
(over twee assen, duim)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Link

This item has no instructions

Aandoeningen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

verstuiking/ verzwikking:
Verstuiking (verzwikken) komt alleen voor bij gewrichten. Bij een verstuiking zijn de banden om je gewrichten verrekt of gescheurd. Hierdoor worden weefsels en banden opgerekt en beschadigd. Het bot raakt niet beschadigd.

Door onverwachte verkeerde beweging.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

kneuzing


Een kneuzing komt door een botsing van een hard voorwerp en een lichaamsdeel.

Kneuzingen zijn beschadigingen aan het weefsel tussen de toplaag (opperhuid) van de huid en de botten.  

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ontwrichting:

Bij een ontwrichting schiet de kop van een bot uit de kom.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Soorten breuken.

Greenstick, vaak bij kinderen. (=twijgbreuk). Bot kan nog redelijk meebuigen.

Hoe ouder, hoe brozer. 
Hoe dan?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Pathologie
(=ziekteleer)

  • Osteoporose
  • Artrose
  • Reumatoïde artritis
  • Jicht
  • Heupfractuur

Slide 24 - Slide

This item has no instructions


Gewricht


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Osteoporose

  • Aandoening waarbij de botsterkte afneemt

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Reuma
Verzamelnaam voor meer dan 200 aandoeningen
Ontstekingen en/ of pijn aan spieren en gewrichten

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Atrose
(=slijtage)
Reumatische aandoening waarbij het kraakbeen in kwaliteit achteruit gaat.

Slide 28 - Slide

Erfelijke aanleg
Vroeger opgelopen sportblessure
Overgewicht
Langdurige zware belasting
Zwaar lichamelijk werk
Te veel en te intensief sporten
RA
Jicht
  • Is een reumatische aandoening.
  • Ontstaat doordat er te veel urinezuur in het bloed zit.
  • Urinezuur vormt kristallen.
  • Deze kunnen neerslaan in gewrichten en andere weefsels
  • In het gewricht kan er dan een ontsteking ontstaan

Slide 29 - Slide

This item has no instructions