Noem het artikel van het Wetboek van Strafvordering dat betrekking heeft op Buitengewoon opsporingsambtenaren. Noem alleen het nummer.
1 / 14
next
Slide 1: Open question
WKPV-1MBOStudiejaar 1
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Noem het artikel van het Wetboek van Strafvordering dat betrekking heeft op Buitengewoon opsporingsambtenaren. Noem alleen het nummer.
Slide 1 - Open question
Welke wet geeft aan wie ambtenaar van politie zijn?
A
Wetboek van Strafrecht
B
Wetboek van Strafvordering
C
Politiewet 2012
D
Wet op de economische Delicten
Slide 2 - Quiz
Is een algemeen opsporingsambtenaar die werkzaam is voor een bijzondere opsporingsdienst altijd bevoegd om alle strafbare feiten op te sporen?
A
JA
B
NEE
Slide 3 - Quiz
Een BOA in dienst van de politie heeft een ...
A
Individuele aanwijzing
B
Categoriale aanwijzing
C
Aanwijzing bij of krachtens bijzondere wet of verordening
Slide 4 - Quiz
BOA's in dienst bij de politie vallen onder Domein ...
A
1
B
2
C
4
D
6
Slide 5 - Quiz
Wanneer mag een veiligheidsfouillering worden afgenomen?
A
Bij personen om onmiddellijk dreigend gevaar af te wenden
B
Alleen bij verdachten om onmiddellijk dreigend gevaar af te wenden
C
Dit mag altijd als dit noodzakelijk is voor de strafvordering
D
Een algemeen opsporingsambtenaar mag dit altijd en een BOA slechts bij het afwenden van gevaar.
Slide 6 - Quiz
Wanneer mag een BOA met politiebevoegdheden een insluitingsfouillering uitvoeren?
A
Bij personen om onmiddellijk dreigen gevaar af te wenden
B
Altijd
C
Bij verdachten om onmiddellijk dreigen gevaar af te wenden
D
Nooit
Slide 7 - Quiz
Welke wetgeving regelt de bevoegdheden van een toezichthouder?
A
Alleen de Algemene Wet bestuursrecht
B
Het Wetboek van Strafrecht
C
De Algemene Wet Bestuursrecht en enkele bijzondere wetten
D
De Algemene Plaatselijke Verordening
Slide 8 - Quiz
Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Dit is het ...
A
Fair Play beginsel
B
Evenredigheidsbeginsel
C
Legaliteitsbeginsel
D
Noodzakelijkheidscriterium
Slide 9 - Quiz
Een toezichthouder wil een straatartiest controleren op zijn vergunning. De straatartiest vlucht een café in. Mag de toezichthouder het café betreden om de straatartiest te controleren?
A
JA
B
NEE
Slide 10 - Quiz
Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen (art. 5:16 Awb)
Wat wordt bedoeld met 'inlichtingen vorderen'?
A
De toezichthouder mag alleen identiteitsgegevens vorderen.
B
De toezichthouder mag alleen vragen stellen over het strafbare feit.
C
De toezichthouder mag alles vragen, als hij maar de cautie geeft.
D
De toezichthouder mag alles vragen wat hij redelijkerwijs noodzakelijk vindt om zijn toezicht uit te kunnen voeren.
Slide 11 - Quiz
Hoe vaak moet een BOA vorderen dat hem een identiteitsbewijs wordt getoond?
A
1 keer
B
2 keer
Slide 12 - Quiz
Het niet voldoen aan de vordering om een identiteitsbewijs te tonen, is een overtreding van ...
A
Artikel 447 e Wetboek van Strafvordering
B
Artikel 447e Wetboek van Strafrecht
Slide 13 - Quiz
Het opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering van een toezichthouder is strafbaar gesteld in ...