Je weet hoe je het naamvallenschema moet gebruiken
je kent enekel woorden die betrekking hebben op 'Veranstaltungen'
Uitlegfilmpje
Oefenen met het naamvallenschema van de lidwoorden (Der- en Eingruppe)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 10 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Programm
Lernziele:
Je weet hoe je het naamvallenschema moet gebruiken
je kent enekel woorden die betrekking hebben op 'Veranstaltungen'
Uitlegfilmpje
Oefenen met het naamvallenschema van de lidwoorden (Der- en Eingruppe)
Slide 1 - Slide
die Hausaufgaben
Gemacht
- Die Aufgaben 7 und 9 zu B Wortschatz
Gelernt
- Lernliste N-D bis zu ‘reserveren’
- Lernliste D-N Teil A, C, D
Gemacht worden von:
Slide 2 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 3 - Link
Auftrag
Was? Bekijk de tekst rechts.
Noteer: zijn de onderstreepte zinsdelen Nominativ, Dativ of Akkusativ?
Mit wem? zu zweit
Mithilfe: je naamvallenschema
Ergebnis?
Die Sängerin Melli Zech erzählt der Moderatorin, wie sie zur (zuder) Musik kam, warum sie gerne auf der Bühne steht und was sie sich für die Zukunft wünscht.
timer
5:00
Slide 4 - Slide
Die Sängerin Melli Zech erzählt der Moderatorin, wie sie zur (zu der) Musik kam, warum sie gerne auf der Bühne steht und was sie sich für die Zukunft wünscht.
Die Sängerin - Nominativ = onderwerp
der Moderatorin - Dativ = meewerkend voorwerp (aan)
der Musik - Dativ = vast voorzetsel: zu
die Zukunft - Akkusativ = vast voorzetsel: für
Slide 5 - Slide
(Het) .... Kind ist krank / Ich erzähle (het) ....Kind eine Geschichte/ Ich mache mir Sorgen um (de)... Schüler
Slide 6 - Slide
Das Kind ist krank / Ich erzähle demKind eine Geschichte/ Ich mache mir Sorgen um den Schüler
Slide 7 - Slide
Selbständig arbeiten zu Kapitel 4
Was? Lies Grammatik E Teil B, mache die Aufgaben 19 und 20.