present perfect

Huiswerk check
  • Unit 2 Lesson 1 Reading: 2, 3A, 3B, 4, 5, 6, 7, 8, 9 + practise more
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Huiswerk check
  • Unit 2 Lesson 1 Reading: 2, 3A, 3B, 4, 5, 6, 7, 8, 9 + practise more

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wanneer gebruik je de present perfect?
  1. Als je wilt zeggen dat iets is gebeurd en het niet belangrijk is wanneer.

We have finished all our work.
She has given me a really good idea.

Slide 3 - Slide

Wanneer gebruik je de present perfect?
2. Als je wilt zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nog steeds doorgaat. 
In de zin staat dan vaak: since, for of in.

I have been here since coffee time.
Dominic has waited for hours. 
We haven't seen you in weeks.

Slide 4 - Slide

Vorm
Je maakt de present perfect met have / has + voltooid deelwoord. Het voltooid deelwoord eindigt op -ed bij regelmatige werkwoorden. Onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm.

Slide 5 - Slide

Vragend/ontkennend
2.3 Grammar online omgeving

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Practise time!

Slide 8 - Slide


My cat died last week.
A
past perfect
B
past simple
C
present simple
D
present perfect

Slide 9 - Quiz

Maak present perfect:
I ..... eaten an apple.
A
have
B
has

Slide 10 - Quiz

Maak present perfect:
Peter ......... told a joke.
A
have
B
has

Slide 11 - Quiz

Vul de present perfect in:
Martha..... her homework. (finish)

Slide 12 - Open question

Present Perfect:
1. I _____________ my homework yet.
A
have finish
B
has finished
C
did finished
D
haven't finished

Slide 13 - Quiz

Present Perfect:
5. I __________ a teacher since 2002.
A
was
B
have be
C
have been
D
had be

Slide 14 - Quiz

Working time
  • Oefenen voor SO & repetitie 
  • Linkjes grammatica online in Somtoday (van gisteren)
  • Woordjes/zinnen maken in WRTS of Gimkit
  • Laatste 10 minuten: Gimkit


Slide 15 - Slide

Gimkit
  • Oefenen woorden Unit 2
  • Gebruik je verdiende geld in de winkel
  • Klaar?  

Slide 16 - Slide

is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
past simple
nee
present perfect
(have/has volt dw)

Slide 17 - Slide

het is nog niet afgelopen               present perfect
het is wel afgelopen                past simple     
He has played fortnite for three hours
he played fortnite yesterday

Slide 18 - Slide

Present Perfect


Signaalwoorden voor de present perfect zijn:

  • always
  • never
  • ever
  • for
  • since
  • how long


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Ga de opdrachten maken die voor je klaar staan!

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide