Motivatie Les 1 ARS 2122

1 / 24
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Voor deze les hebben de leerlingen p. 135 en p. 138&139 nodig van het Slim jezelf zijn boek. Er kan ook gebruik gemaakt worden van werkblad 8.1 en werkblad 8.2.1 & 8.2.2. Indien niet iedereen een boek heeft, zorg er dab voor dat je de werkbladen voor iedere leerling hebt afgedrukt voordat de les begint.

Module inzicht: Het centrale inzicht van deze module is dat nadenken over jouw motivatie je kan helpen om verder te komen.
Les inzicht: Deze les gaat over ontdekken wat je leuk vindt. Het centrale inzicht van deze les is dat nadenken over wat je leuk vindt je kan motiveren.

Leerdoelen. De leerling ... 
  • Weet wat motivatie van binnenuit en van buitenaf is. 
  • Kan een reden noemen waarom nadenken over wat je leuk vindt belangrijk is.
  • Weet wat een bucketlist is en hoe je die maakt.
  • Denkt na over hoe een ideale dag eruit zou kunnen zien.
Extra informatie
Volgens de 'Self Determination Theory' van Ryan en Deci zijn er drie belangrijke voorspellers van intrinsieke motivatie. De voorspellers zijn: 'Autonomie', 'Verbondenheid' en ''Competentie'. Deze les gaat over het stimuleren van een gevoel van autonomie door de leerlingen te laten onderzoeken wat zij leuk vinden en wat ze later nog willen doen. Door datgene wat ze nu doen (bijvoorbeeld leren voor een toets) binnen een bredere context te plaatsen (bijvoorbeeld wat ze later nog graag willen ervaren) kun je motivatie creëren. 

Slide 2 - Slide

Extra informatie
De check is er om de huidige aanpak van de leerlingen te ontdekken. Het kan een vraag, opdracht of test zijn en er zijn geen goede of foute antwoorden. Het is puur om te ontdekken welke strategieën of technieken de leerlingen nu gebruiken. 
Voor meer informatie over de check kan je kijken op pagina 9 van het slim jezelf zijn boek of lezen over de check in de quickstart guide.
Ik weet wat ik later wil worden


Ik weet welke dingen mij energie geven

Ik weet wat ik leuk vind om te doen


Wat weet jij al over jouw motivatie?
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja

Slide 3 - Drag question

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.

Slide 4 - Slide

Extra informatie
Tijdens het ervaren krijgen leerlingen wetenschappelijke theorie en slimme leertips uitgelegd waar ze vervolgens mee aan de slag gaan. Het doel is dat ze ontdekken hoe de aangeboden kennis, technieken en/of strategieën voor hen werken. Hierin is het belangrijk dat de leerlingen zelf gaan ervaren. Alleen dan kunnen ze zelf kiezen of ze iets willen en wat ze willen met de opgedane ervaring. Voor meer informatie over het ervaren kan je kijken op pagina 12 en 13 van het slim jezelf zijn boek of lezen over het ervaren in de quickstart guide.


Soorten motivatie

Er zijn twee soorten motivatie: 
motivatie van binnenuit 
en van buitenaf.

Slide 5 - Slide

  • Lees de slide voor. 
Extra informatie
De twee soorten motivatie waar we op doelen zijn autonome (willen) en gecontroleerde (moeten) motivatie. Autonome en gecontroleerde motivatie zijn toevoegingen op de 'Self Determination Theory' van Ryan en Deci. Meer informatie over deze theorie vind je in het artikel "Self-Determination Theory and the  Facilitation of Intrinsic Motivation, Social Development, and Well-Being" via deze link. Een overzicht van de verschillende soorten motivatie kun je vinden in het motivatiecontinuüm via deze link.



Motivatie van buitenaf

Bij deze soort motivatie doe je 
iets omdat het van iemand anders
 moet, omdat je een beloning krijgt 
of om een straf te voorkomen.

Slide 6 - Slide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie:
Met motivatie van buitenaf bedoelen we gecontroleerde motivatie. Dit valt onder extrinsieke motivatie waar je niet voor kiest (Zie het motivatiecontinuüm in de vorige slide). Je vertoont gedrag enkel voor een beloning, het ontwijken van een straf van buiten of een negatief gevoel zoals schuld of schaamte.


Geef een voorbeeld van
motivatie van buitenaf.

Slide 7 - Open question

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden. 
  • Vraag door op één of twee antwoorden.
Extra informatie
Uiteindelijk gaat een groot deel van de leerlingen naar school omdat het moet. Dat is dus motivatie van buitenaf. Hier kun je als leerling eigenaarschap over nemen door zelf na te denken over hoe en waarom je het, ondanks dat het moet, zou willen doen. Bijvoorbeeld door doelen te stellen of het op je eigen manier te doen waardoor het leuker wordt.
door motivatie van buitenaf? 
Wat heb je afgelopen week gedaan

Slide 8 - Mind map

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Nadeel motivatie buitenaf

Voor motivatie van buitenaf heb je
anderen nodig, maar die zijn er niet 
altijd. De kans is groot dat je motivatie 
daalt wanneer deze mensen niet 
in de buurt zijn.

Slide 9 - Slide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Hierbij refereren we vooral naar externe druk. De effecten van dit soort motivatie zij spanning, angst, weinig betrokkenheid en volharding, ontevredenheid. Zie de effecten van het motivatiecontinuüm voor meer informatie.


Motivatie van binnenuit

Bij deze soort motivatie doe je iets 
omdat je vindt dat het zinvol, 
nuttig of belangrijk is. Of 
gewoon omdat je het leuk vindt!

Slide 10 - Slide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Met motivatie van binnenuit bedoelen we zowel autonome motivatie (hier kies je voor omdat je het belangrijk of zinvol vindt) als intrinsieke motivatie (dat zijn de dingen waar je 's nacht's voor wakker gemaakt mag worden). 


Geef een voorbeeld van
motivatie van binnenuit.

Slide 11 - Open question

  • Laat de leerlingen de vraag maken.
  • Vertel dat ze een voorbeeld kunnen opvragen op hun mobiel.


Andere mensen

Het is dus niet zo handig als je motivatie
afhangt van andere mensen.

Maar: je kan hen wel vragen om te
helpen jouw motivatie van binnenuit
te ontdekken!

Slide 12 - Slide

  • Lees de slide voor.


Kwaliteiten

  1. Maak groepjes van 4 of 5.
  2. Schrijf voor iedere groepsgenoot
minimaal één kwaliteit op een post-it
en plak deze op hun tafel. 

timer
3:00

Slide 13 - Slide

  • Maak groepjes van 4/5 of laat de leerlingen dit zelf doen. 
  • Deel post-its uit.
  • Laat de leerlingen de opdracht uitvoeren.


Lees je eigen kwaliteiten. Met welke
ben je het eens? Waarom?

Slide 14 - Open question

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Welke kwaliteiten vind je verrassend?
Waarom?

Slide 15 - Open question

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Gemotiveerde keuzes

Als je weet wat je leuk vindt kun
je keuzes maken zodat je meer 
leuke dingen doet. Ook kun je dit 
gebruiken om de dingen die je 
nu doet leuker te maken.

Slide 16 - Slide

  • Lees de tekst op de slide voor.
Extra informatie
Het is mogelijk om motivatie van buitenaf in motivatie van binnenuit te veranderen door vrijwillig te kiezen voor de dingen die je nu opgelegd worden. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Door na te denken over waar je heen wilt en vervolgens te bedenken hoe de dingen die je moet doen daar naartoe leiden, kun je motivatie creëren voor dingen waar je geen zin in hebt.


Succesverhalen

Succesvolle mensen kunnen als 
inspiratiebron gelden.

Bijvoorbeeld de bedenker van 
Apple: Steve Jobs.

Slide 17 - Slide

  • Lees de slide voor.

Slide 18 - Video

  • Speel het filmpje af.


Wat vond jij de belangrijkste
boodschap van het filmpje?

Slide 19 - Open question

  • Laat de leerlingen de vraag maken.



De Boodschap
 
Volg je hart en doe zo veel mogelijk 
van wat je leuk vindt. Je weet maar 
nooit wat het op de lange termijn 
op zal leveren!

Slide 20 - Slide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Steve Jobs vertelt in zijn speech dat hij eigenlijk altijd vooral zijn hart heeft gevolgd. Daardoor leerde en ervaarde hij dingen die in eerste instantie niks met elkaar te maken hadden maar uiteindelijk op een waardevolle manier samenkwamen.


Ontdekken wat jij leuk vindt

We gaan een bucketlist maken, dit is 
een lijst van dingen die je nog in
je leven wilt doen. Denk aan de 
dingen die je nog wilt doen, weten,
leren of ervaren...

Slide 21 - Slide

  • Lees de slide voor en klik door naar de volgende slide.
Extra informatie
Een goede oefening om meer inzicht te krijgen in wat jij leuk vindt is de bucketlist. Een bucketlist maken met dingen die je tof vindt om te doen kan voor veel energie en voorpret zorgen. Belangrijk is om hierbij aan te geven dat er geen goed of fout is en alles kan. Zo kan je bijvoorbeeld de Mount Everest willen beklimmen, maar je kan het net zo goed onwijs gaaf vinden om eens een keer een mooi zandkasteel op het strand te maken of tien seconden op je handen te kunnen staan.


De Bucketlist

Vul de bucketlist in op pagina 135.
Daag jezelf uit om groot te denken!
Je legt niets vast en kunt hem altijd 
nog aanpassen of opnieuw maken.
timer
15:00

Slide 22 - Slide

  • Lees de tekst voor.
  • Start de timer.
  • Loop eventueel rond om leerlingen te helpen met het invullen van hun bucketlist.
  • Voor deze opdracht heb je p. 135 van het Slim jezelf zijn boek nodig of werkblad 8.1
Extra informatie
Om het denkproces op gang te brengen en een betere bucketlist te maken kun je gebruik maken van de volgende twee principes:
  • Hoe groter en gekker de droom, hoe meer hij je vertelt over wat je leuk vindt. Laat realisme los.
  • Je legt niks vast, denk vrij en reflecteer later pas op je antwoorden.
  • Ook als je relatief kleinere dromen hebt, kan je die natuurlijk in je bucketlist zetten!


Upload een foto van je bucketlist
en typ eronder "mijn bucketlist"

Slide 23 - Open question

  • Laat de leerlingen een foto maken van hun bucketlist.
  • Laat een paar bucketlists zien en vraag de leerling om hem (als hij of zij zich hier prettig bij voelt) voor te lezen.


De Bucketlist

Door eens in de zo veel tijd je 
bucketlist erbij te pakken kun je 
kijken of je nog genoeg aandacht 
besteedt aan de dingen die jij 
leuk vindt en graag wilt doen.

Slide 24 - Slide

  • Ga de principes van de bucketlist langs met de klas.
Achtergrondinformatie
Principe 1: Nadenken is het doel, niet het vinden van het 'juiste' antwoord.
Principe 2: Schrijf op wat in je opkomt en bedenk achteraf pas wat je daar van vindt. 
Principe 3: Je legt niks vast: al je antwoorden kunnen altijd nog veranderen.