Les 7 - Tijdlijn kabinetsformatie

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Les 7 - Tijdlijn kabinetsformatie

3.4 - Verkiezingen

Lesdoel

• Je kent de stappen in het proces van een kabinetsformatie en weet op welk moment welke personen daarbij betrokken zijn. 
• Je kan uitleggen wat een regeerakkoord is.
• Je kan het verschil tussen coalitie- en oppositiepartijen uitleggen en van beide voorbeelden geven. 

Wat gaan we doen?

• Uitleg: kabinet of regering?
• Tijdlijn kabinetsformatie
• Bespreken juiste volgorde
• Opdrachten werkboek

HET KABINET

DE REGERING

Ministerraad =

 alle ministers samen

• Minister-president is voorzitter
• Dagelijks bestuur van Nederland
• Ministers zijn lid van coalitie-partijen
• Elke minister heeft zijn eigen beleidsterrein > portefeuille 
• Staatssecretarissen zijn hulp- of onderministers

De koning?

-Staatshoofd

-Handtekening onder wetten zetten

-Prinsjesdag

-Zit in de regering

Zet de volgende gebeurtenissen op de juiste volgorde op jouw tijdlijn (blz 109 - LB)

• Voorjaarsnota
• Bordesfoto op trap van het paleis
• Informateur wordt aangesteld: Welke partijen gaan samenwerken?
• Algemene beschouwingen
• Het kabinet valt > nieuwe verkiezingen
• Gehaktdag
• Prinsjesdag
• Ministers worden benoemd door koning
• Stembussen sluiten
• Opiniepeilers komen met een voorlopige uitslag
• Ministerposten worden verdeeld
• Er wordt een coalitie gevormd
• Regeringstermijn van 4 jaar zit erop > nieuwe verkiezingen
• Afspraken komen in een regeerakkoord te staan
• Er wordt een formateur aangesteld

Klaar? Zet een pijl op de plek op jouw tijdlijn waar het huidige kabinet 

(Schoof) staat

+ maak opdracht 10 t/m 17 op blz 80 van je werkboek

Dit is de juiste volgorde van jouw tijdlijn:

1. Stembussen sluiten
   
2. Opiniepeilers komen met een voorlopige uitslag
   
3. Informateur wordt aangesteld: Welke partijen gaan samenwerken?
   
4. Er wordt een coalitie gevormd
   
5. Afspraken komen in een regeerakkoord te staan
   
6. Er wordt een formateur aangesteld
   
7. De ministerposten worden verdeeld
   
8. Ministers worden benoemd door koning
   
9. Bordesfoto op trap van het paleis
   
10. Prinsjesdag
    
11. Algemene beschouwingen
    
12. Voorjaarsnota
    
13. Gehaktdag
    
14. Regeringstermijn van 4 jaar zit erop > nieuwe verkiezingen
    
15. Het kabinet valt > nieuwe verkiezingen
    

Lezen: 3.4 Verkiezingen

   (blz 106 - LB)

Maken: opdracht 1 t/m 17 (blz 78)

AAN DE SLAG!