KWA-B les 6

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

KWA-B les 6

Beroep en Organisatie

Rachael Demir-Mutlu

Planning

• Terugblik/Kerstvakantie
• Theorie H8.1, 8.2, 8.3 DCO
• Begrippenlijst (N4 H1 en N3 H1.1 en H1.2)
• Afsluiten

Wat is een organogram?

kleinschalige en grootschalige kinderopvang.

8.1: vraag 2b
Is een docent met wie jij (pedagoog) werkt jouw leidinggevende?

1. Ja
2. Nee

8.1: vraag 3.1
In een zelfsturend team worden bepaalde taken niet door een manager gedaan maar door de mensen op de werkvloer

1. Waar
2. Niet waar

8.1: vraag 4
Welke uitspraak is juist?

1. Een organogram maakt duidelijk hoe de structuur van de organisatie eruitziet.
2. Een agenda voor een vergadering noem je ook wel een organogram.
3. Een sociale kaart is een soort toegangspas.
4. Een sociale kaart is bedoeld om afspraken te maken over de omgang met elkaar

8.2 vraag 1A
Leg in eigen woorden uit wat ethisch en integer handelen inhoudt.

Geef een voorbeeld van ethisch en integer handelen

8.2 vraag 2A
Tot welke leeftijd van het kind heb je toestemming nodig van ouders/verzorgers nodig om ze te mogen filmen of foto's van ze te maken?

1. 12 jaar
2. 16 jaar
3. 18 jaar
4. 21 jaar

8.2 vraag 2B
Hoe kun je er in een observatieverslag voor zorgen dat het kind niet door onbevoegden kan worden herkend?

Vul in....

Een vertrouwenspersoon is een......

Een vertrouwenspersoon luistert naar je verhaal, denkt met je mee over een oplossing voor je probleem en zorgt ervoor dat je door het melden van je klacht op je werk niet in de problemen komt.

Vul in. Als je op een rijtje wilt hebben wat het werk van een pedagogisch werker inhoud, dan kun je bijv. het ........... bekijken.

1. Beroepsprofiel
2. Beroepshouding
3. Functieomschrijving
4. Gedragscode

Vul in. Om nog duidelijker te maken welk gedrag er tijdens je werk van je verwacht wordt, hebben sommige beroepen een landelijke ......................

1. Beroepsprofiel
2. Beroepscode
3. Functieomschrijving
4. Beroepshouding

De beroepscode geldt voor alle organisaties die onder de Wet IKK vallen.

1. Waar
2. Niet waar

Noteer enkele punten uit de beroepscode voor de kinderopvang.

De eerste is: Je hebt respect voor de (culturele en geloofs)achtergronden van ieder gezin: je zegt bijv. nooit discriminerende dingen over een kind/ouder

Een sociale kaart is bedoeld om afspraken te maken over de omgang met elkaar. Voor welk hulp moet je bij wie zijn?

1. Waar
2. Niet waar

Schrijf de afkorting CAO volledig uit en leg uit wat het CAO doet.

In de Wet IKK staat hoe groot een groep kinderen mag zijn en het aantal pedagogisch medewerkers dat op deze groep moet staan. Dit noemen we:

1. Wet Kinderopvang
2. Pedagogisch Beleidsplan
3. GGD
4. Beroepskracht-kind-ratio

Wat is de taak van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)?

Vul in.

Een van de manieren om ervoor te zorgen dat iedereen in de organisatie de kwaliteit levert die nodig is, is het werken volgens ...............

1. een beleidsplan
2. de Wet IKK
3. een protocol
4. kwaliteitszorg