Verkeer Quiz

Verkeer quiz
1 / 16
next
Slide 1: Slide
VerkeerBasisschoolGroep 6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Verkeer quiz

Slide 1 - Slide

Maak de zin af:
Als je haaientanden tegenkomt dan…
timer
0:30
A
… heb je voorrang.
B
..... schrik je.
C
… betekent dat dat je voorrang moet geven.
D
.... rij je door.

Slide 2 - Quiz

Als je als voetganger een zebrapad oversteekt…
timer
0:30
A
… mag je voorgaan.
B
Moet je auto’s wel voor laten gaan.
C
… mag je voorgaan, ook als je fietst.

Slide 3 - Quiz

Als een verkeerslicht oranje is…
timer
0:30
A
… mag je altijd doorrijden.
B
… moet je proberen te stoppen.
C
… maakt niet uit wat je doet.

Slide 4 - Quiz

Wanneer doe je de verlichting van je fiets aan? In het donker en…
timer
0:30
A
…bij mist en regen
B
… als de zon lekker schijnt.
C
… als je de politie aan ziet komen.

Slide 5 - Quiz

Je zit op de fiets. Waarom moet je je hand uitsteken als je wilt afslaan?
timer
0:30
A
Zo blijf je zelf goed opletten.
B
Zo zien andere mensen welke kant jij op gaat.
C
Omdat je geen bekeuring wilt krijgen.

Slide 6 - Quiz

Met hoeveel mensen mag je naast elkaar fietsen?
timer
0:30
A
Altijd alleen fietsen.
B
Met 2.
C
Met 3 als andere mensen er geen last van hebben.
D
Maakt niet uit.

Slide 7 - Quiz

Wanneer hoef je niet op te letten in het verkeer?
timer
0:30
A
Als je op de stoep loopt.
B
Als je op het fietspad aan het rolschaatsen bent.
C
Als je met de trein reist.

Slide 8 - Quiz

Welk dier ligt graag op de weg?
timer
0:30
A
Hond
B
Egel
C
Zebra
D
Poes

Slide 9 - Quiz

Op een woonerf mag je…
timer
0:30
A
… 50 km per uur rijden.
B
… alleen op de stoep spelen.
C
… overal spelen

Slide 10 - Quiz

Als je een vriendje tegenkomt, mag je heel hard bellen met je fietsbel.
timer
0:30
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz


Wat voor een soort bord zie je op de foto hiernaast?
timer
0:30
A
Waarschuwingsbord
B
Verbodsbord
C
Voorrangsbord

Slide 12 - Quiz

Waar moeten reflectoren zitten op een fiets?
timer
0:30
A
Aan het stuur.
B
Op de trappers.
C
Bij het zadel.
D
Op de bagagedrager.

Slide 13 - Quiz

Als je stept ben je een …
timer
0:30
A
… bestuurder
B
… voetganger

Slide 14 - Quiz

Wat hoort bij het openbaar vervoer?
timer
0:30
A
Fiets en scooter.
B
Tram en bus.
C
Auto en motor.
D
Trein en auto.

Slide 15 - Quiz

Bedankt!!!
Bedankt voor het 
meedoen!!!

Slide 16 - Slide