DISK Thema 1: Kennismaken - herhaling

Disk thema 1

Kennismaken
woordenschat A1



augustus 2024
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Disk thema 1

Kennismaken
woordenschat A1



augustus 2024

Slide 1 - Slide

Afspraken voor ISK

  1. Je komt op tijd in alle lessen. 
  2. Je telefoon is uit en zit in de telefoontas.
  3. Je hebt elke dag je etui in je tas.
  4. Je Chromebook is elke dag opgeladen. 
  5. Je bent lief voor jezelf, voor anderen en voor de docenten. 
  6. In de klas spreekt iedereen Nederlands met elkaar. 
  7. Als je een vraag hebt, dan steek je je vinger op.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
DISK
  • Starten DISK thema 1:
- woorden
- werken op je Chromebook
- memory
  • Poster maken


Slide 3 - Slide

Disk
1. DISK online

2. DISK werkboek

3. DISK woordenlijsten 

Slide 4 - Slide

Nieuwe woorden

Slide 5 - Slide

de achternaam
  • de naam van je familie
  • voornaam <--> achternaam
  • de achternaam - de achternamen

zin
Hij heet Henk Bosch. 
Henk is zijn voornaam en 
Bosch is zijn achternaam

Slide 6 - Slide

belangrijk
  • Dit zeg je als iets van groot belang is. Het heeft grote gevolgen.
  • Het is belangrijk om iedere dag op school te komen.
  • Het is belangrijk om Nederlands te leren.

    zin: De minister-president is voor Nederland belangrijk. 

Slide 7 - Slide

bijna
  • nog niet 
  • niet helemaal

  • zin: Ik ben bijna klaar met deze opdracht.
  • zin: Hij was bijna te laat. 

Slide 8 - Slide

bijvoorbeeld
  • dit zeg je als je een voorbeeld gaat geven dat je uitleg duidelijker maakt

  • zin: Ik ga bijvoorbeeld niet lopen maar fietsen.
  • zin: In Nederland hebben wij veel vakantiedagen. Bijvoorbeeld
    1 januari is een vrije dag!

Slide 9 - Slide

de broer

Slide 10 - Slide

de club
  • groep mensen die samen iets doen, bijvoorbeeld een voetbalclub
  • de club -  de clubs

    zin: Als je lid bent van een club, is dat goed voor je Nederlands. 

Slide 11 - Slide

de dag
  • de dag <---> de nacht
  • de dag - de dagen 
  • zin: Op welke dag hebben we sport? Op woensdag.
  • zin: Over 2 dagen is het weekend.

Slide 12 - Slide

dansen
ik dans, hij danst, wij dansen

Slide 13 - Slide

de deur - de deuren

Slide 14 - Slide

de docent

  • Iemand die op school werkt
  • de docent -  de docenten

  •  zin: De docent kijkt de toetsen na.

Slide 15 - Slide

direct
  • meteen, snel


  • zin: Ik heb vanmiddag om half 3 een afspraak bij de dokter. Ik moet dus na de les direct weg. 

Slide 16 - Slide

elkaar
Wij helpen elkaar.

Slide 17 - Slide

enorm
  • heel erg

  • zin: Het feest was zo gezellig. We hebben enorm gelachen.

  • heel groot
  • zin: Hij heeft een enorm huis met wel twintig kamers. 

Slide 18 - Slide

de gang
  • plaats tussen lokalen
  • de gang - de gangen

  • zin: De leerlingen lopen op de gang.

Slide 19 - Slide

DISK online
- Je werkt aan DISK online op de laptop

- Je begint met thema 1.

Slide 20 - Slide

Opdracht: Wie ben jij?
Je maakt een poster. 
De poster gaat over jezelf. 
Versier de poster met tekeningen.



Dit moet er op de poster staan:

Slide 21 - Slide

Maak een poster over jezelf!
  • Hoe je heet: je voornaam en achternaam;
  • Hoe oud je bent;
  • Uit welk land je komt;
  • In welke plaats je nu woont;
  • Wat je hobby's zijn, bijvoorbeeld: sporten, koken of lezen.
  • Teken ook een vlag van je land.

Slide 22 - Slide

Ik ben..................

Ik ben .......... jaar oud.
Ik woon in..........................
Ik kom uit..........................

Wie ben jij?

Slide 23 - Slide

Dit was de les.
Tot volgende week! 

Slide 24 - Slide