3hb-TegenwTijd-Quizizz-Krampus-5dec

1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lernziel heute:
Grammatik: Verben im Präsens (=tegenwoordige tijd)

Landeskunde: Wer sind Nikolaus, die Buttnmandln und der Krampus?


Slide 2 - Slide

Selbständig arbeiten, Schritt 28:
1) Seite 84, Aufgabe 3A: tegenwoordige of voltooide tijd
=> volt. tijd: haben/sein + voltooid deelwoord
2) 3B: verleden tijd



Fertig? Du darfst lernen



Je mag fluisteren met jouw buur
timer
12:00

Slide 3 - Slide

3A
1. holt; holen
2. Erklärst; erkläre
3. hoffen; hoffe
4. geschneit; schneit
5. meinst; meine
6. bucht; bucht
7. vermietet; vermieten
8. buchstabiert; buchstabiere

3B
1. bestätigte
2. vermietete
3. bauten
4. begründetest
5. verpasste
6. kauftet
7. arbeiteten
8. entschuldigten
9. erreichtest
10. googelte

Slide 4 - Slide

nieuwe versie klad =>

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Doelen van deze les:
- Je leert de verschillen kennen tussen Sinterklaas in Nederland en in Duitsland en Oostenrijk
- Je traint je kijk- en luistervaardigheid in het Duits
- Je leert een aantal nieuwe woorden in het Duits 
rondom het thema Sinterklaas.

Slide 11 - Slide

Nikolaus in den Niederlanden und in Deutschland.
Diese Woche wird der Geburtstag von Sankt Nikolaus gefeiert. Am 5. Dezember findet jedes Jahr in den Niederlanden die Nikolausfeier statt. Auch in Deutschland wird Nikolaus gefeiert. 
In Deutschland feiert man aber nicht am 5. sondern am 6. Dezember. Es gibt viele Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland. Kinder halten Ausschau nach(=uitkijken naar) dem Nikolaus. Sie stellen ihre Schuhe vor das Haus und singen, um Geschenke zu bekommen. 
Es gibt aber auch einen großen Unterschied! In den Niederlanden hilft Peter dem Nikolaus. In Deutschland und Österreich spielen teuflische (duivelse) Wesen die Rolle des Helfers.

Slide 12 - Slide

Nikolaus wird in Deutschland gefeiert am
A
4.Dezember
B
5. Dezember
C
6.Dezember
D
7. Dezember

Slide 13 - Quiz

Es gibt Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland.
A
richtig
B
falsch

Slide 14 - Quiz

In Deutschland stellen Kinder auch ihre Schuhe um Geschenken zu bekommen.
A
richtig
B
falsch

Slide 15 - Quiz

In Deutschland und Österreich helfen teuflische (=duivelse)Wesen dem Nikolaus.
A
richtig
B
falsch

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

4

Slide 18 - Video

00:33
Wat gebeurt er voordat ze de huizen en boerderijen gaan bezoeken?
A
Ze geven de boerin wijwater
B
Ze bidden
C
Ze drinken een borrel
D
Ze bidden en worden met wijwater gezegend

Slide 19 - Quiz

01:34
Met hoeveel personen gebeurt het inpakken van iemand in stro?
A
5
B
2
C
3
D
1

Slide 20 - Quiz

01:43
Wie lange dauert (duurt) das Einbinden?

Slide 21 - Open question

02:55
Hoe heten de maskers die opgezet worden?
A
Larven
B
Masken
C
Fliege
D
Bremse

Slide 22 - Quiz

En zo gaat het er dan aan toe bij een huisbezoek....

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Schokolade
Mandarinen
der Nikolaus
der Sack
die Rute
das Geschenk
der Dezember

Slide 25 - Drag question

Slide 26 - Link

Hausaufgabe:
haben, sein, werden in tegenwoordige en voltooide tijd herhalen, Seite 161

Redemittel lesen/schreiben, Seite 77

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide