Thema 5 BS 4 De ogen

Thema 5: Waarneming en gedrag
Basisstof 4: De ogen
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema 5: Waarneming en gedrag
Basisstof 4: De ogen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van het oor?
A
Trillingen omzetten in geluid
B
Seintjes doorgeven naar het andere oor

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een oor?
A
een cel
B
weefsel
C
een orgaan
D
een orgaanstelsel

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat zit er NIET in je oor?
A
slakkenhuis
B
fornuis
C
stijgbeugel
D
gehoorgang

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel van het oor wordt aan het trillen gebracht als er geluid in je oor komt?
A
Oorsmeerkliertjes
B
Gehoorzenuw
C
Gehoorgang
D
Trommelvlies

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet het slakkenhuis?
A
Gaat trillen
B
Ontvangt impulsen
C
Maken oorsmeer

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet het de gehoorzenuw?
A
Gaat trillen
B
Ontvangt impulsen
C
Maakt oorsmeer
D
Geeft een seintje aan de hersenen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat doen oorsmeerkliertjes?
A
Gaat trillen
B
Ontvangt impulsen
C
Maakt oorsmeer
D
Geeft een seintje aan de hersenen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Het oog

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

1. Je kunt de delen van het oog benoemen met hun taak
2. Je kunt benoemen hoe een bril helpt om beter te kunnen zien.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Buitenkant van het oog
Door de pupil komt licht het oog binnen
Achter de pupil ligt de lens: zorgt ervoor dat je scherp kunt zien

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bouw van het oog
De bouw van de ogen
Het oog bestaat uit drie lagen: 
  • harde oogvlies
  • vaatvlies
  • netvlies

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bouw van het oog: binnenkant
Vaatvlies
vlies met veel 
bloedvaten

Netvlies: zintuigcellen
liggen hierin


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De bouw van de ogen
In het netvlies ligt de gele vlek: hiermee kun je het scherpst zien
Daar liggen de meeste zintuigcellen

De plek waar de oogzenuw het oog verlaat is de blinde vlek 
Daar zitten geen zintuigcellen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

Macula= gele vlek
De binnenkant van een oog
Aan het harde oogvlies zitten oogspieren vast (zie afbeelding). De oogspieren draaien de ogen in de richting waarin je kijkt.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

De werking van het oog

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Werking oog

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zien
De lens kan boller en platter worden, zodat het licht precies op het netvlies valt

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Bijziend: je kan dichtbij scherp zien
Nodig: Holle, negatieve lens in de bril

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Verziend: je kan in de verte goed zien
Nodig: Bolle, positieve lens in de bril

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bijziend & Verziend
Bijziend: ziet dichtbij scherp. De lens is te bol of de oogbol is te lang
Verziend: ziet in de verte scherp. De lens is te plat of de oogbol te kort

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Negatief & postief
Bijziend: ziet dichtbij scherp
  • negatieve bril nodig

Verziend: ziet in de verte scherp
  • positieve bril nodig

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Bijziend & Verziend
Overzicht

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Pupilreflex
Regelt de hoeveelheid licht die het oog binnen valt

Slide 27 - Slide

Donker pupil groter
Licht pupil kleiner
Aan de slag
Huiswerk = 5.3 OPdracht 1 Tm6 af/  KGT opdracht 4

Maak  basisstof 5.4 het Oog Opdracht 1 t/m 8
Klaar? Maak opdracht +9 en 10 samenhang

KGT 5.3  opdracht 1 TM 8
Klaar? Maak opdracht +9 en 10 samenhang



Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Oog tekenen
2e uur: Oog tekenen met functies en namen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat is een oog
A
cel
B
weefsel
C
orgaan
D
organenstelsel

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel van het oog beschermt je oog niet?
A
wenkbrauw
B
ooglid
C
wimper
D
hoornvlies

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Om te kunnen zien moet er licht in je oog komen.
Via welke volgorde van onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
Hoornvlies, pupil, lens, netvlies
B
Lens, pupil, hoornvlies, netvlies
C
Pupil, lens, hoornvlies, netvlies
D
Netvlies, pupil, lens, hoornvlies

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
de oogleden
B
de oogzenuw
C
de oogspieren
D
de oogkas

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
Het hoornvlies
B
Het netvlies
C
Het vaatvlies

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het buitenste vlies van je oog, die je oog beschermt?
A
Vaatvlies
B
Hoornvlies
C
Netvlies
D
Harde oogvlies

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies, netvlies, glasachtig lichaam
C
hoornvlies, netvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam
D
netvlies, glasachtig lichaam, pupil, lens, hoornvlies

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het buitenste vlies van je oog, dat je oog beschermt?
A
Vaatvlies
B
Hoornvlies
C
Netvlies
D
Harde oogvlies

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions


Welk onderdeel van het oog regelt de hoeveelheid licht in het oog? 
A
Pupil
B
Iris
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Hoe helpt een bril met beter kunnen
zien?

Slide 39 - Mind map

This item has no instructions

Afsluiting leerdoelen: 
  • 1. Je kunt de delen van het oog benoemen met hun taak
  • 2. Je kunt benoemen hoe een bril helpt om beter te kunnen zien.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions